Duits sich vorstellen les 5 de vraagwoorden

Willkommen!
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Willkommen!

Slide 1 - Diapositive

Das Programm für Heute
- Herhaling 
- De vraagwoorden
-Opdracht voor het portfolio maken
-Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Schreibe auf Deutsch die Farben

Slide 3 - Carte mentale

ich
du
sie
er
es
man
wir
ihr
sie
Sie
IK
U
ZIJ MV.
JULLIE
WIJ
MEN
HET
ZIJ EV.
HIJ
JIJ

Slide 4 - Question de remorquage

ich 
du
er/sie/es 
wir
ihr
sie/Sie
sind 
bin
seid
bist
ist
sind
hat
hast
haben
habt
haben
habe

Slide 5 - Question de remorquage

Welke vraagwoorden zijn er?

wie = wer

wat = was

waar = wo

hoe = wie

wanneer= wann

Waarvandaan= woher

Slide 6 - Diapositive

Wie
Wat
Wanneer
Hoe
Waar
Waarvandaan
wer
wo
wie
was
wann
woher

Slide 7 - Question de remorquage

Wat betekent ''was''?
A
waar
B
wie
C
wanneer
D
wat

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het Duitse woordje "wie"?
A
waar
B
wie
C
wanneer
D
hoe

Slide 9 - Quiz

Wat betekent wer?
A
wie
B
hoe
C
wat
D
waar

Slide 10 - Quiz

________ kommst du morgen? Um halb 10
A
wer
B
wie
C
wann
D
woher

Slide 11 - Quiz

_______ heißt du?
A
was
B
wie
C
wo
D
wann

Slide 12 - Quiz

______ kommst du? Freitag
A
wer
B
wie
C
was
D
wann

Slide 13 - Quiz

Opdracht 
Voeg de volgende woorden toe aan je blad Grammatik:
Titel: de vraagwoorden
Vertaal van het Nederlands naar het Duits:

wie, wat, waar, hoe, wanneer, waarvandaan 

Slide 14 - Diapositive

Volgende week donderdag SO!
Je gaat volgende Quizlet oefenen en leren:

Slide 15 - Diapositive

Opdracht

Je voegt een nieuw blad toe aan je portfolio.
Bovenaan dit blad schrijf je Grammatik.
Het volgende schema vertaal je naar het Duits. 

Slide 16 - Diapositive

Pers. vnw
sein
haben
ik 
ben
heb
jij
bent
hebt
hij/zij/het
is
heeft
wij
zijn
hebben
jullie
zijn
hebben
zij/ u
zijn/bent
hebben/heeft

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive