unit 4 - Canada

              unit 4 - Canada
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

              unit 4 - Canada

Slide 1 - Diapositive

Om aan te geven dat je plannen hebt in de nabije toekomst, gebruik je....
A
will + heel werkwoord
B
shall + heel werkwoord
C
to be + going to + heel werkwoord

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de drie vormen van
to be

Slide 3 - Question ouverte

Welke twee vertalingen van het woord weinig ken je?

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal:
Hij verdient weinig geld.

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal:
Ik heb niet veel geld in mijn spaarvarken.

Slide 6 - Question ouverte

Type in the right tag question:
He is your brother, .... ?

Slide 7 - Question ouverte

Type in the right tag question:
I am too late, ... ?

Slide 8 - Question ouverte

Type in the right tag question:
Your father earns a lot of money, ... ?

Slide 9 - Question ouverte

Translate:
verliezen

Slide 10 - Question ouverte

Translate:
in goede conditie zijn

Slide 11 - Question ouverte

The British translation of the word:
voetbal

Slide 12 - Question ouverte

Fill in the missing word:
I have a sore tooth; I need to go to the ...

Slide 13 - Question ouverte

Fill in the missing word:
At the amusement park, the rollercoaster is my favourite ...

Slide 14 - Question ouverte

Fill in the missing word:
Money that you don't plan to spend is called your ....

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal:
een beetje
A
a few
B
a little

Slide 16 - Quiz

Welke drie vertalingen van het woord veel ken je?

Slide 17 - Question ouverte

Welke twee vertalingen ken je van het woord zakgeld?

Slide 18 - Question ouverte

Jullie moeten 7 quantifiers kennen. Welke?

Slide 19 - Question ouverte

Fill in the missing word(s) (use the future tense):
The sun .... rise again tomorrow.

Slide 20 - Question ouverte

Fill in the missing words (use the future tense):
He is stuck in traffic and it's already 8:15. He .... be late!

Slide 21 - Question ouverte

Fill in the missing words (use the future tense):
.... I help you with that?

Slide 22 - Question ouverte