Vrijdag 25 sept- klas 1 family tree 1j zonder does


Welcome everyone!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Welcome everyone!

Slide 1 - Diapositive

What are we going to do today?
- What did we do last class?
- Laten zien hoe presentatie inleveren
- Do+does
-Family tree
- Zelf aan de slag

Slide 2 - Diapositive

The goals for today
  1. Je kunt een stamboom maken met de woorden en grammatica uit de tredes.
  2. Je leert zoveel mogelijk woorden die met familie te maken hebben. 
  3. Je kent het verschil tussen do en does.
  4. Je kent het verschil tussen presentatie en werkdoelen. 

Slide 3 - Diapositive

Theme words
father                            mother                        brother            
sister                             niece                           nephew
cousin                           aunt                             uncle  
grandmother             grandfather              parents 
daughter                      son                               daughter 
grandson                     granddaughter

Slide 4 - Diapositive

This is my family

Slide 5 - Diapositive

Fill in as many family
members as you can

Slide 6 - Carte mentale

4

Slide 7 - Vidéo

01:52
Who opened the door?
A
The father
B
The mother
C
The daughter
D
The son

Slide 8 - Quiz

02:07
Who is driving the car?
A
The mother
B
The daughter
C
The father
D
The son

Slide 9 - Quiz

02:24
Sitting in front
Sitting in the back
The baby
Two minions
One minion
The daughter
The son
The father
The mother

Slide 10 - Question de remorquage

02:54
Mask on
No mask on
The daughter
The baby
The son
The mother
The minions
The father

Slide 11 - Question de remorquage

Vertaal:
oom
A
Ome
B
Onkel
C
Uncle
D
Unkol

Slide 12 - Quiz

Vertaal: zus
A
Sister
B
Sistar
C
Zister
D
Zizzy

Slide 13 - Quiz

Vertaal: broer
A
Bro
B
Brother
C
Broether
D
Brather

Slide 14 - Quiz

Hoe heten je ouders in het Engels?
A
Olders
B
Elders
C
Pairants
D
Parents

Slide 15 - Quiz

Vertaal:
Tante
A
Tent
B
Aunt
C
Ant
D
Tenty

Slide 16 - Quiz

Vertaal:
nichtje
A
niece
B
nephew
C
neice
D
nieche

Slide 17 - Quiz

Vertaal:
stiefmoeder
A
stepmother
B
stephmother
C
stepmoter
D
stephmoter

Slide 18 - Quiz

Vertaal:
Kleindochter
A
grandson
B
granddaugter
C
granddaughter
D
grandaughter

Slide 19 - Quiz

Vertaal: nicht/neef
A
niece
B
nephew
C
coasin
D
cousin

Slide 20 - Quiz

Make a family tree
  • Begin met jezelf: schrijf jouw naam onderaan de boom. 
  • Boven jouw naam schrijf je de namen van je ouders. 
  • Je broers en zussen zet je op dezelfde hoogte als jezelf. 
  • Boven de namen van je ouders schrijf je die van je opa’s en oma’s. 
  • Je tantes en ooms zet je op dezelfde hoogte als je ouders. 
  • Je neefjes en nichtjes zet je onder de juiste tantes en ooms.

Schrijf niet alleen de namen, maar ook de Engelse vertaling van vader, moeder, tante, broer enz. in de stamboom.

Slide 21 - Diapositive