Nabespreking/ quiz Im Westen nichts neues

Nabespreking/ quiz Im Westen nichts neues
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
PAVSecundair onderwijs

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nabespreking/ quiz Im Westen nichts neues

Slide 1 - Diapositive

Wat is het meest uit de film bijgebleven?

Slide 2 - Carte mentale

"ik zit liever aan het kampvuur met mijn kameraden dan terug te keren naar het oude leven"
Sommige soldaten willen niet dat de oorlog eindigt. Waarom?
A
Ze gaan de andere soldaten missen.
B
Ze zijn bang.
C
Ze hebben geen familie.
D
Ze vinden vechten leuk.

Slide 3 - Quiz

Toespraak: "twijfelen is verraad aan het vaderland"
Welke gedachte zit hier achter?
A
Militairisme
B
Nationalisme
C
Racisme
D
Geen van deze opties

Slide 4 - Quiz

Geef een voorbeeld van machtsuitoefening.

Slide 5 - Question ouverte

Macht versus gezag
= het vermogen om anderen dingen op te leggen, eventueel tegen de wensen of belangen van die anderen in.

Macht onderscheidt zich van gezag doordat macht, in tegenstelling tot gezag, niet gelegitimeerd is.

Slide 6 - Diapositive

Macht

  • Gebaseerd op dominantie, hiërarchie, dwang, eigenbelang.




Medewerkers nemen geen of weinig verantwoordelijkheid, want die ligt immers bij de baas.



Gezag

  • Gebaseerd op eerlijkheid en gelijkwaardigheid.
  • Zonder gezag = anarchie


Medewerkers zijn meer geïnspireerd en betrokken en nemen juist meer verantwoordelijkheid.

Slide 7 - Diapositive

Uitspraak: "De mens is een beest"
Akkoord
Niet akkoord

Slide 8 - Sondage

Geef een voorbeeld waarom je wel of niet akkoord bent.

Slide 9 - Question ouverte

De soldaten die aanvallen staan het zwakst in de strijd.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 10 - Sondage

Uitspraak: "Ik ben een paar laarzen met een geweer"
Wat bedoelt de soldaat (Kat) hiermee?

Slide 11 - Question ouverte

Uitspraak: "Zij hebben rust. Wij leven." Wat wordt bedoeld met "zij"?
A
Zij = familie en vrienden (thuisfront)
B
Zij = de gesneuvelden
C
Zij = Duitse opperbevelhebbers
D
Zij = andere soldaten

Slide 12 - Quiz

Bij het tekenen van de wapenstilstand wordt de basis van WO2 gelegd.
A
Niet juist. Deze compromis heeft niets met WO2 te maken.
B
Niet juist. De compromis zorgt voor rust en vrede.
C
Juist. De compromis zal leiden tot frustratie bij de Duitsers.
D
Juist. Andere landen zien Duitsland nu als een gemakkelijk doelwit.

Slide 13 - Quiz