KERN 46_aanwijzende voornaamwoorden.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

Plenda

Woensdag 16 februari: controle NUMO-taak. Zorg dat je 80 minuten aan de taak hebt gewerkt.

Vrijdag 18 februari: leer de woorden les 53, 53 en 54. 

Welke woorden leer je voor PTO-3?

Woorden van les: 41 t/m 56. 

De leraar Nederlands is ziek. ...... is de les uitgevallen. (T2)

1. Tenslotte
2. Bovendien
3. Hierdoor
4. Aan de andere kant

Uitleg

De leraar Nederlands is ziek. Hierdoor is de les uitgevallen.

KERN 50: tekstverbanden oorzaak - gevolg.

Tom gaf de punten door. .... telde ik ze op. (T2)

1. Als gevolg daarvan
2. Echter
3. Daarnaast
4. Daarna

Uitleg

Tom gaf de punten door. Daarna telde ik ze op.

KERN 49: tekstverband 'tijd'.

Maak de zin af (T2)
Mijn tweelingzus is 10 minuten eerder geboren dan ....

Vul de ontbrekende persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in (T2):
Willen ....... mij helpen om de honden uit te laten? Ik kan ...... niet allebei tegelijk houden.

Uitleg

Willen jullie mij helpen om de honden uit te laten? Ik kan ze niet allebei tegelijk houden.

Jullie = persoonlijk voornaamwoord.

Ze = persoonlijk voornaamwoord.

Noteer het aanwijzend voornaamwoord: (T1)
De baliemedewerker, die nu pauze heeft, kan je straks helpen.

Welk aanwijzend voornaamwoord hoort erbij (T1): Het olifantje

Welk aanwijzend voornaamwoord hoort erbij: De pakjes.

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in (T2)
Die leraar vind ik te streng, maar .... vind ik heel aardig.

Uitleg

Die leraar vind ik te streng, maar deze vind ik heel aardig.

- De leraar heeft 'de' als lidwoord.

- Leraar is dichtbij. 

Zelfstandig werken

Wat?	Maak KERN 46: vraag 1, 3 en 5.
Hoe?	Lees uitleg op bladzij 96.
Klaar?	Maak het huiswerk: KERN 46, vraag 6, 7 en 8.