Kapitel 3 online 2

Weißt du es noch? - Staat de ww-vorm in de o.t.t. of in de o.v.t.?
Präsens
(o.t.t.)
Präteritum
(o.v.t.)
ich musste
wir können
du darfst
ihr durftet
er konnte
sie müssen
1 / 10
suivant
Slide 1: Question de remorquage
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Weißt du es noch? - Staat de ww-vorm in de o.t.t. of in de o.v.t.?
Präsens
(o.t.t.)
Präteritum
(o.v.t.)
ich musste
wir können
du darfst
ihr durftet
er konnte
sie müssen

Slide 1 - Question de remorquage

Modalverben Präteritum - Denken / Delen / Uitwisselen
  • Wat gebeurt er met de klinker van een modaal werkwoord in de vt?
  • Hoe maak je de uitgangen? 
  • Welke vormen krijgen dezelfde uitgang?

Slide 2 - Diapositive

OneNote: Kapitel 3 - Erklärung

Slide 3 - Diapositive

Ergänze im Präteritum (o.v.t.):
können:
Stella ....... keine Rückfahrtkarte kaufen.
A
konnte
B
könnte
C
konnten
D
kann

Slide 4 - Quiz

Ergänze im Präteritum (o.v.t.):
wollen:
Warum ....... du ins Zentrum fahren?
A
wollte
B
wolltest
C
wölltest
D
willst

Slide 5 - Quiz

Übersetze ins Präteritum (o.v.t.):
wissen:
........ ihr das noch nicht?!
A
Wisstet
B
Wussten
C
Wolltet
D
Wusstet

Slide 6 - Quiz

Ergänze im Präteritum (o.v.t)
müssen:
Max ..... die Tickets im Internet kaufen.
A
musste
B
müsste
C
musstest
D
muss

Slide 7 - Quiz

Ergänze im Präteritum (o.v.t.)
dürfen:
Gestern ..... Nicole alleine zurückfahren.
A
dürfte
B
darf
C
durftest
D
durfte

Slide 8 - Quiz

Weißt du es noch? -
Wat is GEEN kenmerk van de ovt van modale werkwoorden?
A
-st-en-t-en-uitgangen
B
-te, -test, -te, -ten, -tet, -ten
C
geen Umlaut
D
andere stamklinker in de ovt bij álle ww-vormen

Slide 9 - Quiz

Welk antwoord is op jou van toepassing?
A
Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
C
Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
D
Ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Slide 10 - Quiz