Quiz algemene anatomie en onderste extremiteit
1 / 20
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat bespreken we als we het hebben over de osteologie?
A
leer van spieren
B
leer van de botten
C
leer van de gewrichten
Slide 2 - Quiz
Hoe loopt de longitudinale as?
A
van boven naar beneden
B
van voor naar achter
C
van links naar rechts
Slide 3 - Quiz
De patella is
A
het gewrichtskraakbeen
B
een kruisband
C
de knie schijf
D
een enkelband
Slide 4 - Quiz
Flexie en extensie zijn bewegingen van de
A
heup
B
knie
C
enkel
Slide 5 - Quiz
Welke as loopt van voor naar achter?
A
transversale as
B
longitudinale as
C
frontale as
D
sagittale as
Slide 6 - Quiz
Beide menisci in de knie zijn even groot. Dit is
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Het os Pelvis is
A
de knie
B
de heup
C
de enkel
D
het bekken
Slide 8 - Quiz
Exorotatie is
A
het naar buiten draaien
B
het naar binnen draaien
C
het buigen
D
het strekken
Slide 9 - Quiz
Abductie is een beweging in de
A
enkel
B
knie
C
heup
Slide 10 - Quiz
plantairflexie is de beweging van de voet naar beneden (gas geven)
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Endo- en exorotatie kun je niet maken in de knie
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
de origo van een spier is
A
de spierbuik
B
het begin van de spier
C
het einde van een spier
Slide 13 - Quiz
De m.gluteus maximus is
A
de kleine bilspier
B
de grote bilspier
C
de bovenbeenspier
D
de kuitspier
Slide 14 - Quiz
de m.soleus is
A
de korte kuitspier
B
de lange kuitspier
C
scheenbeenspier
D
een bovenbeenspier
Slide 15 - Quiz
de m.quadriceps femoris zorgt voor
A
extensie in de knie
B
anteflexie in de heup
C
extensie in de knie en anteflexie in de heup
D
geen van beide
Slide 16 - Quiz
Retroflexie is de beweging in de heup waarbij het been........ gaat
A
voorwaarts
B
zijwaarts
C
achterwaarts
D
roteert
Slide 17 - Quiz
Bij pronatie van de voet komt
A
de mediale voetrand omhoog
B
komt de laterale voetrand omhoog
Slide 18 - Quiz
De enkel ligt t.o.v. de knie
A
proximaal
B
distaal
C
carniaal
D
caudaal
Slide 19 - Quiz
Na het afzetten bij een sprong, bij het loskomen van de grond, maakt mijn enkel een
A
dorsaalflexie
B
inversie
C
plantairflexie
D
eversie
