H4 week 14

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

1. ongeveer 1 op de 4 mensen in de wereld is christen
2. in Nederland is meer dan de helft van de bevolking christen

1. beide stellingen zijn juist
2. alleen stelling 1 is juist
3. alleen stelling 2 is juist
4. beide stellingen zijn onjuist

Wat is juist?

1. de joodse heilige schrift en de christelijk zijn hetzelfde
2. de joodse heilige schrift maakt deel uit van de christelijke bijbel
3. de christelijke bijbel maakt deel uit van de joodse heilige schrift
4. de joodse heilige schrift en de christelijke bijbel hebben niets met elkaar te maken

Met Pinksteren vieren we

1. het sterven van Jezus
2. de komst van de heilige Geest
3. de hemelvaart van Jezus
4. de opstanding van Jezus

De Bijbel bestaat uit twee delen. hoe worden die genoemd?

1. helften
2. parten
3. testamenten
4. afleveringen

Hoe worden de leerlingen van Jezus in het Nieuwe testament genoemd?

1. discipelen
2. alumni
3. junioren
4. apostelen

Hoe heet een bijbelboek over het leven van Jezus?

1. biografie
2. profetie
3. psalm
4. evangelie

Welke naam is geen evangelist?

1. Paulus
2. Mattheus
3. Lukas
4. Johannes

Hoe heet het hoofd van de Rooms katholieke kerk?

1. Patriarch
2. Bisschop
3. Paus
4. Directeur

1. Een belangrijke figuur tijdens de reformatie was Maarten Luther
2. De reformatie betekende het begin van de Rooms Katholieke kerk

1. beide stellingen zijn juist
2. alleen stelling 1 is juist
3. alleen stelling 2 is juist
4. beide stellingen zijn onjuist

welk symbool is geen christelijk symbool?

1. 
2. 
3. 
4. 

Het christendom kent geen regels die het bidden regelen

1. juist
2. onjuist

Wat is een hostie?

1. een priesterkleed
2. het heilige brood in de room katholieke kerk
3. een kerkvergadering
4. een mislukte tosti

Waar denk je dat alle christenen in geloven?

Waarom is deze kerk
typisch protestants?

1. Omdat de preekstoel centraal staat
2. Omdat deze kerk er al ouder uitziet
3. Vanwege de kleurstelling

Waarom zijn er

zoveel Anglicaanse

kerken in 

Afrika?

Aan de slag

Maak opdr. 1 en 3, 6 en 7