Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
11.5 Koolstofchemie en het milieu
Slide 1 - Diapositive
Doelen
Je kunt uitleggen hoe het gebruik van fossiele brandstoffen bijdraagt aan milieuvervuiling.
Je kunt de milieuaspecten van het gebruik van kunststoffen beschrijven.
Je kunt uitleggen wat afbreekbare polymeren zijn.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Nafta
Kunststof maak je van nafta.
Nafta moet eerst wel gekraakt worden. Dat betekent dat er van de lange koolwaterstofketens kleinere ketens worden gemaakt.
Slide 4 - Diapositive
Kraken
Bij het kraken worden grote moleculen in kleinere omgezet.
De kleinere moleculen krijgen dubbele bindingen tussen de C atomen.
Slide 5 - Diapositive
Monomeer en polymeer
Monomeer: 1 enkele molecuul
Polymeer: samengevoegde monomeren
Dit proces heet: polymerisatie
Poly betekent -> Veel
Mono betekent -> 1
Slide 6 - Diapositive
Macromoleculen
Kunststof moleculen zijn erg groot. Dit noem je macromoleculen.
Macro betekent -> Groot
Slide 7 - Diapositive
Veel gebruikte kunststoffen
- Polyetheen (PE)
- Polypropeen (PP)
- Polystyreen (PS)
- Polyvinylchloride (PVC)
Slide 8 - Diapositive
PE (polyetheen)
PE kun je indelen in:
- HDPE (high density PE):
sterk PE denk aan bv speelgoed.
- LDPE (low density PE):
minder sterk PE, denk aan bv broodzakjes
Slide 9 - Diapositive
PP (Polypropeen)
Zeer sterk kunstof.
Vaak gebruikt voor kratten, tuinstoelen, tubes en ook bloembakken.
Slide 10 - Diapositive
PS (polystyreen)
Kunststof gebruikt voor bijvoorbeeld koffiebekers, tandenborstels, kammen en cd's.
Slide 11 - Diapositive
PVC (polyvinylchloride)
Let op! Eigenlijk geen koolwaterstof, want er zit ook chloor in dit kunststof.
Wordt gebruikt voor vloerbedekking, dakgoten, leidingen voor water en elektriciteit.
Slide 12 - Diapositive
Composieten
Eigenlijk net als een legering, maar dan met kunststoffen en natuurlijke materialen.
- Kogelwerend glas
- Carbon
- Kevlar
- Glasvezel
- Glare
Slide 13 - Diapositive
Recycling symbolen kunststof
Er bestaan veel verschillende soorten kunststoffen.
Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen en toepassingen
Op kunststof producten staat symbool dat aangeeft wat het is
Hiernaast zie van de 1e zes symbolen wat ze betekenen en of het recyclebaar of herbruikbaar is
Groep 7 zijn de overige soorten hieronder valt bijvoorbeeld nylon panty, teflon, plexiglas enz
Slide 14 - Diapositive
Thermoplast
Thermoharder
Elastomeer
verwarmen
wordt zacht
ontleedt
ontleedt
structuur
voorbeeld
lange polymeerketens niet verbonden
lange polymeerketens onderling veel verbonden, daardoor niet vervormbaar
lange polymeerketens onderling op paar plaatsen verbonden, daardoor elastisch
Slide 15 - Diapositive
Je maakt een composiet om betere stofeigenschappen te krijgen.
Een composiet bestaat uit twee verschillende materialen
De kunststof in het composiet
De vezels in een composiet bijvoorbeeld koolstofvezels (in Carbon fietsen of racewagens) of porselein in vullingen
De mechanische eigenschappen van de matrix zijn meestal minder dan die van de wapening.
Composiet: mengsel van kunststof met ander metaal
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Vidéo
Nadelen delven fossiele brandstoffen
Olierampen bij delven van aardolie of vervoer -> milieuschade zie foto hieronder
zwavelberg na olieraffinage
Oppompen van schaliegas (aardgas in poreus gesteente onder aardoppervlakte) veroorzaakt aardschokken en verontreiniging van grondwater
Plastic soup en microplastics in water (zit in shampoo, scrub en kleding) zijn niet afbreekbaar en komen in dieren terecht.
Het verbranden van kunststoffen zorgt naast extra uitstoot van broeikasgassen ook voor milieuschade omdat er giftige gassen vrijkomen zoals chloor en dioxinen.
Daarom is het belangrijk om plastic te recyclen of bioplastics te gebruiken.
Slide 19 - Diapositive
nadelen kunststoffen
ze zijn niet of nauwelijks afbreekbaar en veroorzaken daardoor veel problemen zoals de plastic soep en sterfte van dieren
bij verbranden komen vaak giftige stoffen vrij
alleen de bio - en synthetisch afbreekbare polymeren (door licht,water of micro-organisme) belasten het milieu niet.
Slide 20 - Diapositive
Oplossingen
Gelukkig zijn mensen ontzettend druk bezig om oplossingen te zoeken voor dit probleem. Een van de oplossingen is om bioplastic te maken uit thermoplasten.
Microplastic is erg fijn plastic, wat je niet gewoon uit het water kan filteren/zeven. Ook hier zijn mensen oplossingen voor aan het zoeken.
Slide 21 - Diapositive
Bioplastic:
biogebaseerde plastics:
biomassa als grondstof;
vaak niet biologisch afbreekbaar.
biodegradeerbare plastics:
gemaakt van biomassa;
altijd biologisch afbreekbaar
kunnen bij het gft-afval
kiemplantlogo
minder belastend milieu bij productie en bij afbraak
Van gerecycled plastic kun je andere producten maken. De kwaliteit van het nieuwe eind-product is vaak iets lager, je noemt dit downcyclen.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Aan de slag
Lees de tekst van 11.5 en maak de opdrachten.
Weektaak voor de volgende les: 11.3 tm 11.5
Slide 24 - Diapositive
Maud leidt lucht door kalkwater tot het troebel wordt. Welke stof uit de lucht heeft het kalkwater troebel gemaakt?
A
koolstofdioxide
B
stikstof
C
waterdamp
D
zuurstof
Slide 25 - Quiz
De energie die opgeslagen ligt in brandstoffen noemen we
A
verbrandingsenergie
B
ontbrandingsenergie
C
activeringsenergie
D
chemische-energie
Slide 26 - Quiz
Waarom vinden sommige deskundigen dat energie uit biomassa niet duurzaam is?
A
Het levert te weinig op
B
Er is te weinig van om iedereen van energie te voorzien
C
Het gebruiken van landbouwgronden voor biomassa concurreert met voedselteelt.
D
Bij de verbranding van biomassa worden te veel schadelijke gassen uitgestoten.
Slide 27 - Quiz
Waarom zouden andere deskundigen vinden dat energie uit biomassa wel duurzaam is?
A
Het gebruik van biomassa levert veel energie op.
B
Biomassa raakt nooit op en het gebruik belast het milieu niet.
C
Het gebruik van biomassa is een goedkope vorm van energieopwekking.
D
Door het gebruik van biomassa ontstaat veel werkgelegenheid.
Slide 28 - Quiz
2 C6H14 + 13 O2--> 12 CO + 14 H2O Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
D
Onvolledige verbranding
Slide 29 - Quiz
Welk van de volgende stoffen kun je gebruiken om water aan te tonen?
A
Kalkwater
B
Blauw kopersulfaat
C
Wit kopersulfaat
D
Gloeiende houtspaander
Slide 30 - Quiz
Bij het kraken van C11H24 ontstaat pentaan (C5H12) en nog één ander molecuul. Wat is de formule van dit andere molecuul?
A
C6H10
B
C6H12
C
C6H14
D
C6H19
Slide 31 - Quiz
Benzeen heeft de molecuulformule C6H6. Wat voor soort koolwaterstof is dit?
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Geen van beide
Slide 32 - Quiz
De molecuulformule van polyetheen is:
A
n C2H6
B
n C2H4
C
(C2H6)n
D
(C2H4)n
Slide 33 - Quiz
Koolwaterstoffen behoren tot de ...
A
...elementen
B
...moleculaire stoffen
C
...zouten
D
...metalen
Slide 34 - Quiz
Aardgas, aardolie en steenkool zijn voorbeelden van...
A
...fossiele brandstoffen
B
...natuurlijke producten
C
...herbruikbare grondstoffen
D
...metalen
Slide 35 - Quiz
Een koolwaterstof heeft de molecuulformule C18H38. Wat voor soort koolwaterstof is dit?
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Geen van beide
Slide 36 - Quiz
Wat is de molecuulformule die hoort bij deze structuurformule?