6V examentraining 2025

Examentraining 2025
6V
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining 2025
6V

Slide 1 - Diapositive

Waar kun je de hoofdgedachte van een tekst meestal vinden?

Slide 2 - Question ouverte

Hoofdgedachte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Let op het gaat om de hele tekst
Let dus goed op dat je antwoord over de hoofdgedachte ook echt gaat over de hele tekst en niet alleen over een deelonderwerp (kijk bijvoorbeeld naar de indelingsvraag, als die er is).

Slide 5 - Diapositive

In het antwoord op een met-eigen-woorden-vraag mag je een aantal termen uit de tekst letterlijk overnemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Bij het bepalen van de hoofdgedachte van de hele tekst let je vooral op de titel, de inleiding en het slot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Bij het bepalen van de hoofdgedachte van een alinea of een groepje alinea's let je vooral op de kernzinnen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz


Alleen bij een 'in eigen woorden'-vraag mag je niet citeren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Bij een open vraag mag je verkort citeren.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Hij is zeker weten Noors, want hij houdt niet van feestjes en draagt altijd een lange broek.
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeelden
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking

Slide 12 - Quiz

De politie moet hogere boetes uitdelen voor appen op de fiets. Dan zul je zien dat steeds minder mensen dit zullen doen.
A
Oorzaak-gevolg
B
voor- en nadelen
C
Kenmerk of eigenschap
D
vergelijking

Slide 13 - Quiz

Drogredenen
Drogredenen zijn fouten in de 
argumentatie (p. 43-44 bundel). 
Er zijn twee soorten drogredenen:

  • Fout in een argumentatieschema
  • Discussieregel wordt overtreden

Slide 14 - Diapositive

Onjuist schema
  1. onjuist oorzaak-gevolg
  2. Onjuist kenmerk-/eigenschapsschema
  3. Overdrijven voor- & nadelen
  4. Vals dilemma
  5. Verkeerde vergelijking
  6. Overhaaste generalisatie
  7. Onjuist beroep op autoriteit
Overtreding discussieregel
  1. Persoonlijke aanval (op de man spelen / ad hominem)
  2. Ontduiken van de bewijslast
  3. Cirkelredenering
  4. Vertekenen van een standpunt
  5. Bespelen van het publiek

Slide 15 - Diapositive

Wij hebben dit voorjaar in een hotel in Dresden gelogeerd. Het was er superschoon: de douche, het bed en de vloer waren om van te eten. Zie je wel dat Duitsers zeer net en hygiënisch zijn.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
Persoonlijke aanval

Slide 16 - Quiz

De mensen die het met minister Faber eens zijn, moeten wel last van alzheimer-light hebben.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Onterecht beroep op autoriteit
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 17 - Quiz

Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
Cirkelredenering
B
Overhaaste generalisatie
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 18 - Quiz

Training II

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

aanleiding
A
Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
B
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
C
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
D
Vaststelling van een feit of verschijnsel

Slide 21 - Quiz

constatering
A
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
B
Vaststelling van een feit of verschijnsel
C
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
D
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.

Slide 22 - Quiz

relativering
A
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
B
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren.
C
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
D
Nadenken over wat het beste is.

Slide 23 - Quiz

Definitie
A
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren.
B
Voorwaarde of beperking bij een toezegging
C
Nadenken over wat het beste is.
D
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Geef een waarderend argument bij de stelling: Scholen moeten open blijven (in tijden van corona).

Slide 27 - Question ouverte

Benoem 1 en 2. Ik doe liever geen eindexamen (1), want als ik slaag moet ik naar een vervolgopleiding (2).
A
(1) standpunt, (2) argument
B
(1) argument, (2) standpunt

Slide 28 - Quiz

"Abortus moet verboden worden. Een ongeboren kind heeft ook recht om te leven!"
Feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 29 - Quiz

De invoering van de OV-chipkaart heeft al veel problemen opgeleverd. Oplaadpalen doen het bijvoorbeeld vaak niet.
Feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive