V5 9.4 Stoffentransport; Heb je het begrepen?

V5 9.4 Stoffentransport; 
Heb je het begrepen?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

V5 9.4 Stoffentransport; 
Heb je het begrepen?

Slide 1 - Diapositive

9.4 Stoffentransport
  • Je kent de samenstelling van het bloed.​
  • Je kunt uitleggen op welke manier O2 en CO2 vervoerd worden en wat het verband daartussen is.

Slide 2 - Diapositive

Noem 5 stoffen die in het bloedplasa worden vervoerd.

Slide 3 - Question ouverte

Het langst dat iemand ooit zijn adem ingehouden heeft is
17 min en 4 sec. Dit record werd bereikt door de Amerikaanse illusionist David Blaine.​
Wat zal er tijdens deze 17 min met de pH van zijn bloed zijn gebeurd?
A
de pH steeg
B
de pH daalde

Slide 4 - Quiz

BINAS 83D.
Bij welke temperatuur is hemoglobine eerder verzadigd?

A
20 graden
B
30 graden
C
37 graden
D
42 graden

Slide 5 - Quiz

83D. Hemoglobine van een volwassene verschilt iets met die van een ongeboren kind. In je spieren heb je een speciale vorm van hemoglobine: myoglobine.
Welke conclusie kun je trekken uit de tabel rechtsonderin?
A
Myoglobine bindt moeilijker met zuurstof dan hemoglobine
B
Hemoglobine van een ongeboren kind heeft een hogere affiniteit voor zuurstof dan hemoglobine
C
Bij een lage pO2 wordt minder zuurstof afgegeven door hemoglobine dan door myoglobine
D
Geen van alle conclusies.

Slide 6 - Quiz

Waarvoor is het gunstig dat myoglobine een hogere affiniteit heeft voor zuurstof dan hemoglobine?

Slide 7 - Question ouverte

Opdracht 3 uit het boek:
De pCO2 2,7 kPa en de pO2 is 8,0 kPa. Dan neemt de pCO2 toe naar 10,7 kPa. Hoe % O2 is afgegeven?
Laat je berekening zien (antwoord op a, b en c)

Slide 8 - Question ouverte

Opdracht 6 uit het boek (zelf even lezen!):
Bereken hoeveel ml zuurstof per 100 ml bloed in actie EXTRA vrijkomt /wordt afgegeven door het Bohr-effect.
Laat je berekening zien (3p)

Slide 9 - Question ouverte

Uitwerking vraag 6
Het bloed dat binnen komt in de spieren: pO2= 14,0 en pCO2 = 2,7 kPa
--> hemoglobine is 98% verzadigd: 100 ml bloed bevat 19,6 ml O2

In beenspieren in rust: pO2= 5,0 en pCO2 = 5,3 kPa
--> hemoglobine is 70% verzadigd: 100 ml bloed bevat 14 ml O2 (1p)
In beenspieren in actie: pO2= 2,5 en pCO2 = 10,7 kPa
--> hemoglobine is 32% verzadigd: 100 ml bloed bevat 6,4 ml O2 (1p)

Er wordt in rust 19,6-14 = 5,6 ml O2 afgegeven
Er wordt in actie 19,6 - 6,4 = 13,2 ml O2 afgegeven
Antwoord op de vraag 13,2 - 5,6 = 7,6 ml O2 meer afgegeven  (1p)





Slide 10 - Diapositive

Hoeveel punten zou je hebben gehaald voor vraag 6 denk je?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 11 - Quiz

Op welke manier wordt het grootste deel van de CO2 die door dissimilatie ontstaat in het bloed vervoerd?
A
Als opgelost CO2 in het bloedplasma
B
Gebonden aan hemoglobine als HbCO2
C
Gebonden aan hemoglobine als HbHCO3
D
Als HCO3- opgelost in het bloedplasma

Slide 12 - Quiz

H+ bindt aan hemoglobine tot HbH. Leg uit wat hiervan het belang is.

Slide 13 - Question ouverte

Noteer in je planner hoe goed je de leerdoelen van 9.4 beheerst (bijv +, +-, -) EN schrijf op wat je daar aan gaat doen. 
  • Je kent de samenstelling van het bloed.​
  • Je kunt uitleggen op welke manier O2 en CO2 vervoerd worden en wat het verband daartussen is.

Slide 14 - Diapositive

Ik heb de leerdoelen van 9.4 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Welke vragen heb je ?
Welke onderwerpen of vragen (mag ook uit het boek) van 9.4 vind je lastig/moeilijk?

Slide 16 - Question ouverte