Dagen en maanden (schrijven)
1 / 27
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel dagen zitten er in een week?
A
14
B
7
C
6
D
10
Slide 2 - Quiz
Wat zijn de dagen van de week?
Slide 3 - Carte mentale
Hoeveel maanden zitten er in een jaar?
A
12
B
52
C
10
D
30
Slide 4 - Quiz
wat zijn de maanden van het jaar?
Slide 5 - Carte mentale
Hoeveel seizoenen zijn er?
A
12
B
2
C
7
D
4
Slide 6 - Quiz
welke seizoenen zijn er?
Slide 7 - Carte mentale
Welke datum is het vandaag?
Slide 8 - Question ouverte
Welke datum is het morgen?
Slide 9 - Question ouverte
Welke datum was het gisteren?
Slide 10 - Question ouverte
Welke datum is het overmorgen?
Slide 11 - Question ouverte
Op welke dagen ga je naar school?
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Slide 12 - Question de remorquage
Op welke dagen is het weekend?
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Slide 13 - Question de remorquage
Slide 14 - Diapositive
Welke maand is het?
Slide 15 - Question ouverte
Volgende maand is het ...
Slide 16 - Question ouverte
Vorige maand was het ...
Slide 17 - Question ouverte
De eerste maand van het jaar is ...
A
februari
B
november
C
augustus
D
januari
Slide 18 - Quiz
De laatste maand van het jaar is ...
januari
december
november
oktober
februari
Slide 19 - Question de remorquage
De vijfde maand van het jaar is ...
A
juni
B
mei
C
april
D
juli
Slide 20 - Quiz
De achtste maand van het jaar is ...
A
juli
B
september
C
augustus
D
oktober
Slide 21 - Quiz
De elfde maand van het jaar is ....
Slide 22 - Question ouverte
De kortste maand is ...
A
december
B
juni
C
mei
D
februari
Slide 23 - Quiz
Hoeveel dagen zitten er in een maand?
(2 antwoorden!)
(2 antwoorden!)
Slide 24 - Question ouverte
In welke maand begint de zomervakantie?
A
mei
B
juni
C
juli
D
augustus
Slide 25 - Quiz
Welke maand vind jij het leukst? Waarom?
Slide 26 - Carte mentale
En ...
hoe vind je deze les?
hoe vind je deze les?
😒🙁😐🙂😃
