Examenvoorbereiding

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Examenvoorbereiding

De kandidaat kan:

 vaststellen tot welke tekstsoort een tekst of tekstgedeelte behoort;

 de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;

 relaties tussen delen van een tekst aangeven;

 conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur;

 standpunten en soorten argumenten herkennen en onderscheiden;

 argumentatieschema’s herkennen;

 een betogende tekst of betogend tekstgedeelte op aanvaardbaarheid beoordelen en in deze tekst drogredenen herkennen;

 teksten en tekstgedeelten beknopt samenvatten.

 Zie syllabus op NEDERLANDS (4F) VWO (examenblad.nl) In deze syllabus is ook een begrippenlijst argumentatieve vaardigheden opgenomen

Waar vind je de informatie voor het
CE Nederlands woensdag 15 mei?

1. Syllabus examenblad
2. Syllabus examenblad
3. Syllabus examenblad
4. Syllabus examenblad

Over hoeveel dagen start het CE Nederlands?

1. 2 maanden
2. 30 dagen
3. 49 dagen
4. geen idee

Zorg dat je snel een beeld hebt van de tekst. Waar let je dan op?

Als je intensief en analyserend leest, maak je bij voorkeur gebruik van.....

1. een markeerstift
2. een markeerstift
3. een markeerstift
4. een markeerstift

Wat is bij een betoog de hoofdgedachte?

Noem enkele tekstdoelen

Welke mengvorm is juist?

1. Een uiteenzettende tekst met uiteenzettende elementen
2. Een beschouwende tekst met betogende elementen
3. Een betoog met betogende elementen
4. Een informerende tekst met betogende elementen

De meeste teksten bestaan uit drie delen. Welke?

Op welke manier trekt de inleiding de aandacht van de lezer?

Welke woorden zijn belangrijk - naast signaalwoorden?

1. Functiewoorden
2. Functiewoorden
3. Functiewoorden
4. geen idee

Welke twee signaalwoorden gebruik je bij argumentatieleer?

Welke basisstructuren zijn er voor argumentatie?

1. meervoudige, nevenschikkende en dubbele argumentatie
2. meervoudige, onderschikkende en geen argumentatie
3. enkelvoudige, nevenschikkende en onderschikkende argumentatie
4. oorzaak -gevolg, voor- en nadelen, autoriteit

Welke drie basisstructuren zijn er?

Hoeveel verschillende argumentatieschema's moet je kennen?

1. 6
2. 4
3. 2
4. 0

Drogredenen kunnen in twee groepen worden verdeeld. Welke?

Bij een overhaaste generalisatie wordt een onjuist beroep gedaan op:

1. het voor- en nadelenschema
2. het oorzaak en gevolgschema
3. het vergelijkingsschema
4. het voorbeeldschema

Weet jij wat een vals dilemma is?

1. ja
2. nee
3. zo'n beetje
4. ik kom er later nog op terug

Aanvaardbaarheid van de argumentatie moet ik op het CE kunnen beoordelen.

1. Ja dat is me duidelijk
2. Ja dat is me duidelijk
3. Nee, dank je dat wist ik niet
4. Dank, maar ik wil dit meer oefenen

Onderwerpen die de laatste jaren vaak aan de orde komen in de examenteksten:

 filosofische/ethische onderwerpen (normen en waarden, dierenrechten, milieu: stikstof, zeespiegelstijging, kernenergie, emancipatie), wetenschap, onderwijs, talen, geld, overheidsfinanciën, tv-programma’s, kunst en kunstbeschouwing, digitale (sociale) media, kunstmatige intelligentie, psychologie.

De bronnen die gebruikt worden zijn vaak (nog) afkomstig uit:

de Volkskrant, NRC-Handelsblad, Trouw, De groene Amsterdammer, Elsevier, HP/De Tijd. Tegenwoordig zitten er ook teksten of tekstfragmenten bij die afkomstig zijn van digitale media, zoals De Correspondent.

Timemanagement

Duurt het beantwoorden van een vraag te lang omdat je er (nog) niet uitkomt, markeer dan in de kantlijn op je antwoordblad deze vraag duidelijk en ga eerst door met de volgende vragen om tijdnood aan het eind te vermijden. De laatste vragen van het examen zijn vaak veel punten waard die je niet wil mislopen.

Belangrijke tip

Blijf in de antwoorden die je geeft op de vragen zo dicht mogelijk bij de formuleringen die in de tekst worden gebruikt. 

Volledige zin = volledige zin

Het is kandidaten niet toegestaan telegramstijl te gebruiken of verkort te citeren bij vragen waarbij in volledige zinnen moet worden geantwoord. Voor een antwoord dat geheel in

telegramstijl of als verkort citaat is weergegeven, dienen geen scorepunten te worden toegekend.

Meer informatie over citeren

vind je in het document: vakspecifieke informatie vwo 2024

Telegramstijl

De aanduiding ‘geheel in telegramstijl’ in vakspecifieke regel 2 is bedoeld om duidelijk maken dat er een onderscheid is tussen antwoorden waarin één of enkele woorden zijn weggelaten en antwoorden waarin structureel woorden zijn weggelaten (met name woorden die strikt genomen niet noodzakelijk zijn voor een goed begrip van de boodschap, zoals lidwoorden en voorzetsels). Als er sprake is van incidenteel weglaten van woorden moet er vanwege de ongrammaticaliteit een fout worden aangemerkt. Bij structureel weglaten van woorden is er sprake van een antwoord ‘geheel in

telegramstijl’. Aan zo’n antwoord dienen voor de inhoud geen scorepunten te worden toegekend.

Wat vind jij een domme fout?

1. Het verkeerd overschrijven van woorden uit de tekst.
2. Een eigen antwoord formuleren dat niet in de tekst staat.
3. Een vraag overslaan.
4. Een woordenboek vergeten.

Welke hoofdstukken uit de methode kan ik ter voorbereiding gebruiken?

1. 5: woordenschat
2. 6: argumenteren
3. 10: eindexamen
4. alle hier genoemde hoofdstukken plus formuleren en spelling