M4 herhaling 7.1
1 / 18
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Import of export?
'Action' koopt producten uit China.
'Action' koopt producten uit China.
A
import
B
export
Slide 3 - Quiz
Welke stelling over import is juist?
A
Import zorgt voor extra werkgelegenheid.
B
Import leidt tot meer concurrentie.
Slide 4 - Quiz
Een voordeel van meer export is ...
A
dat de werkgelegenheid daalt.
B
dat de werkgelegenheid stijgt.
Slide 5 - Quiz
Import of export?
Ik ben op vakantie in Frankrijk.
Ik ben op vakantie in Frankrijk.
A
import
B
export
Slide 6 - Quiz
Heeft Nederland een tekort op de betalingsbalans?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
Waarom is internationale handel belangrijk voor Nederland? Als je dit niet weet, zoek je het op in je boek (paragraaf 7.1).
Slide 8 - Question ouverte
Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.
Slide 9 - Question ouverte
In een land is de waarde van de totale uitvoer € 150 miljard. Het nationaal inkomen is € 405 miljard. Bereken de exportquote. Schrijf je berekening op.
Slide 10 - Question ouverte
Als een land relatief veel handelt met het buitenland, heeft dit land een ...
A
open economie.
B
gesloten economie.
C
internationale economie.
D
nationale economie.
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Noem een voordeel en een nadeel van importeren.
Slide 13 - Question ouverte
Noem een voordeel en een nadeel van exporteren.
Slide 14 - Question ouverte
Wat staat er op de betalingsbalans van ons land?
Slide 15 - Question ouverte
Wat is wederuitvoer?
Slide 16 - Question ouverte
De inwoners van een land verdienen 580 miljard.
Er wordt voor 340 miljard geïmporteerd.
Bereken de importquote.
Er wordt voor 340 miljard geïmporteerd.
Bereken de importquote.
Slide 17 - Question ouverte
Juist of onjuist?
De exportquote van Nederland is
lager dan de importquote.
De exportquote van Nederland is
lager dan de importquote.
A
juist
B
onjuist
