Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
H3 Schrijven van een instructie
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert een instructie schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Instructie schrijven
Wat valt je op aan deze instructie?
Slide 3 - Diapositive
Wat viel je op aan deze instuctie?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is een instructie?
In een instructie leg je stap voor stap uit hoe iemand iets moet doen. Denk aan een recept of een gebruiksaanwijzing.
Jouw lezer moet jouw instructie goed kunnen begrijpen en uitvoeren.
Slide 5 - Diapositive
Gebruik doe-woorden
Instructies worden duidelijk via doe-woorden. Dit zijn werkwoorden die aangeven wat iemand moet doen. Deze werkwoorden noemen we ook wel de 'gebiedende wijs'. We schrijven ze in de ik-vorm (de stam).
Slide 6 - Diapositive
Voorbeelden doe-woorden
Pak...
Ga...
Roer...
Neem...
Begin...
Gebruik....
Slide 7 - Diapositive
Signaalwoorden opsomming
In een instructie gebruiken we signaalwoorden om de lezer duidelijk te maken wat de volgorde is.