Spreekwoorden

Woordbegrip
Spreekwoord

Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woordbegrip
Spreekwoord

Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.

Slide 1 - Diapositive

Ik baal als een stekker!

Slide 2 - Diapositive

Spreekwoorden
  • korte uitspraken die een wijsheid of levensles bevatten. 
  • Vaak proberen ze je aan te moedigen tot goed gedrag en keuren ze ongewenste gedrag af. 
  • Niet letterlijk opvatten!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

De hond in de pot vinden
A
We eten vanavond stoofvlees
B
We gaan barbequen
C
Te laat zijn voor het eten
D
Het eten is op de grond gevallen

Slide 5 - Quiz

De huik naar de wind hangen.

Slide 6 - Diapositive

De huik naar de wind hangen.
A
Door wind en regen lopen
B
Geen eigen mening hebben
C
Slecht weer voorspellen
D
Slechte bedoelingen hebben

Slide 7 - Quiz

De huik naar de wind hangen.

Slide 8 - Diapositive

De bokkenpruik op hebben.

Slide 9 - Diapositive

De bokkenpruik op hebben.
A
Slechtgehumeurd zijn / boos zijn
B
Een bad-hair-day hebben
C
Een pruik dragen
D
Je anders voordoen dan je bent

Slide 10 - Quiz

Oude koeien uit de sloot halen.

Slide 11 - Diapositive

Oude koeien uit de sloot halen.
A
Koeien die in de sloot gevallen zijn redden
B
Oude mensen helpen
C
Op een boerderij werken
D
Oude verhalen vertellen

Slide 12 - Quiz

Hij eet met lange tanden.

Slide 13 - Diapositive

Hij eet met lange tanden.
A
Hij vindt het eten niet lekker
B
Hij moet nodig een beugel
C
Hij voelt zich als een konijn
D
Hij houdt van salades

Slide 14 - Quiz

Zij lijken op elkaar als twee druppels water.

Slide 15 - Diapositive

Zij lijken op elkaar als twee druppels water.
A
Zij zijn helemaal nat geregend
B
Zij lijken heel veel op elkaar
C
Zij hebben altijd dezelfde mening
D
Zij zijn tweeling

Slide 16 - Quiz

Aan de vruchten herkent men de boom.

Slide 17 - Diapositive

Aan de vruchten herkent men de boom.
A
Appels groeien niet aan een kersenboom
B
De vruchten zijn lekker zoet
C
Als je hard werkt krijg je veel geld
D
De kinderen zijn net als de ouders

Slide 18 - Quiz

Sleep de juiste betekenis naar het spreekwoord
Het zal zo’n vaart niet lopen
De boot afhouden
Nog veel voor de boeg hebben
Alle zeilen bijzetten
Uit de boot vallen
Er is geen land met haar te bezeilen
Een oogje in het zeil houden
Aan lager wal raken
Chris doet er alles aan om zijn cijfer op te halen
Mijn zus was de hele dag aan het huilen en deed verder niks
Hij wist nog niet of hij op het feestje zou komen
Mijn oom is zijn huis en baan kwijtgeraakt
Mama keek steeds even bij mijn zusje op het strand
De uitslag zal straks wel meevallen
Zij viel en kon niet meer meedoen met voetbal
We hebben nog heel veel te doen vandaag

Slide 19 - Question de remorquage

En dan nu... wie kan de meeste spreekwoorden vinden?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo