parlementaire democratie

Doelen van deze les:
Je kan het verschil tussen een democratie en dictatuur uitleggen enkele kenmerken van een democratie en dictatuur noemen.
Je kent de belangrijkste politieke stromingen en kan het verschil tussen progressief en conservatief uitleggen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doelen van deze les:
Je kan het verschil tussen een democratie en dictatuur uitleggen enkele kenmerken van een democratie en dictatuur noemen.
Je kent de belangrijkste politieke stromingen en kan het verschil tussen progressief en conservatief uitleggen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Democratie
Dictatuur
Verkiezingen met fraude
oppositie geen rol
vrije pers
burgers hebben politieke grondrechten
snel en efficiënt besturen
machtenscheiding ontbreekt

Slide 3 - Question de remorquage

De overheid legt de burgers plichten op. Dit vindt:

A
wel plaats in een dictatuur, maar niet in een democratie.
B
wel plaats in een democratie, maar niet in een dictatuur.
C
plaats in zowel een dictatuur als een democratie.
D
alleen plaats in landen zonder grondwet.

Slide 4 - Quiz

I. Een vrije pers is een belangrijk uitgangspunt in een democratie.
II. In een dictatuur maken oppositiepartijen deel uit van de politieke macht.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 5 - Quiz

Welke begrippen horen bij elkaar?

A
Indirecte democratie en dictatuur.
B
Directe democratie en Tweede Kamer.
C
Indirecte democratie en parlement.
D
Directe democratie en volksvertegenwoordigers.

Slide 6 - Quiz

Welke dictator wordt ook wel de laatste dictator van Europa genoemd?
A
Poetin
B
Trump
C
Loekasjenko
D
Duda

Slide 7 - Quiz

Politieke stromingen
sociaaldemocratie
christendemocratie
liberalisme
populisme 
progressief en conservatief

Slide 8 - Diapositive

sociaaldemocratie
christendemocratie
liberalisme
populisme
links
rechts
midden
zowel links als rechts
PVDA
VVD
CDA
pvv
Harmonie
vrijheid
gelijkheid
nationalisme
grote rol overheid
kleine rol overheid

Slide 9 - Question de remorquage

Op basis van hun ideologie kiezen progressieve partijen voor:

A
behoud van wat in de samenleving is gerealiseerd.
B
een terugkeer naar vroegere normen en waarden.
C
het politieke midden.
D
maatschappelijke veranderingen.

Slide 10 - Quiz

De PvdA en de SP zijn sociaaldemocratische partijen.
Leg uit of en waarom beide partijen voorstander of tegenstander zijn van het afschaffen van het minimumloon.

Slide 11 - Question ouverte

Maken vragen!
Classroom - 8. vragen over hoofdstuk 1 en 2 parlementaire democratie

Maak de vragen voor de les van morgen. 

Slide 12 - Diapositive