Future (To be going to + shall /will)

Future (To be going to + shall /will)

Toekomende tijd

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Future (To be going to + shall /will)

Toekomende tijd

Slide 1 - Diapositive

De future
De future (toekomende tijd) maak je in het Engels anders dan in het Nederlands. Het hangt van de situatie af op welke manier je dat moet doen.

Dit zijn de manieren die we vandaag behandelen:
  •  future met am/are/is going to (plus hele ww)
  •  future met shall of will (plus hele ww)

Slide 2 - Diapositive

Will vs. to be going to
Kiezen tussen to be going to en will/shall is vrij eenvoudig. Kijk naar dit schema:

Slide 3 - Diapositive

De future met to be going to + hele ww
De future met to be going to + hele ww gebruik je zo:

Slide 4 - Diapositive

De future met will
De future met will of shall gebruik je zo:

Slide 5 - Diapositive

De future met shall

De future met shall gebruik je net als will:
Bij I en we mag je shall gebruiken, maar dat komt vaak wel ouderwets over.
Als je een vraag stelt waarmee je een aanbod of voorstel doet, moet je bij I en we shall gebruiken.

I shall help you tomorrow.
We shall do our best. 
Shall we go out?
Shall I make you a cup of coffee?

Slide 6 - Diapositive

Samenvatting: future

Slide 7 - Diapositive

Kies de juiste vorm:
They ______ arrive tomorrow morning.
A
shall
B
will

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vorm:
She ________ to Oslo next year.
A
is going to move
B
will move
C
shall move

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vorm:
They ________ us some day.
A
are going to visit
B
will visit
C
shall visit

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm:
We ________ on that right away!
A
are going to start
B
will start
C
shall start

Slide 11 - Quiz