Grammatica Woordsoorten - telwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Wat gaan we doen? 

-Lezen

-Doornemen werkwijzer

-H4 telwoorden (GR WS)

in groepjes & huiswerk

Wat is het leerdoel deze week?

Leerdoel

Je kunt elk telwoord in een zin herkennen en onderverdelen in bepaald/onbepaald hoofd- of rangtelwoord.

WOORDSOORTEN

Zelfstandig naamwoord

Lidwoord; bepaald / onbepaald

Bijvoeglijk naamwoord

Werkwoord; hulpwerkwoord / koppelwerkwoord

Voorzetsel

Bijwoord

Voegwoord

Hoofdtelwoord

Rangtelwoord

ZINSDELEN

Onderwerp

Persoonsvorm

Gezegde; werkwoordelijk / naamwoordelijk

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijvoeglijke bepaling

Bijwoordelijke bepaling

De tweede hond blaft. 

Zinsontleding:

Onderwerp = de tweede hond

Persoonsvorm = blaft 

Woordsoorten:

De (btw) tweede (bep. rangtelw.) hond (znw) blaft (zww). 

Thuis:

Aan de slag met de opdrachten. 

In de klas:

Aan je huiswerk

Rangtelwoorden

in groepjes

Groepjes 

Schrijf eerst je eigen antwoord

Daarna antwoord je als groep. 

Schrijf de vier soorten telwoorden op..

Er zijn drie muizen ontsnapt.

Bepaald hoofdtelwoord

Er zijn drie muizen ontsnapt.

In die wijk wonen veel kinderen.

Onbepaald hoofdtelwoord:

In die wijk wonen veel kinderen.

Ik heb maar één snoepje gepakt.

Bepaald hoofdtelwoord

Ik heb maar één snoepje gepakt.

De tweede plaats was voor Anne.

Bepaald rangtelwoord:

De tweede plaats was voor Anne.

Ze woont in het middelste huis.

Onbepaald rangtelwoord

Ze woont in het middelste huis.

Lies is voor de zoveelste keer gewaarschuwd.

Onbepaald rangtelwoord:

Lies is voor de zoveelste keer gewaarschuwd.

Er wordt zoveel gezegd door die kinderen. 

Onbepaald hoofdtelwoord:

Er wordt zoveel gezegd door die kinderen. 

Het verschil tussen bepaald/onbepaald telwoord is....

Tot volgende week!

Huiswerk deze week: leerlijn H4 Gram WS