Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Presenteren.... kun je leren!
Slide 1 - Diapositive
Wat is presenteren?
Slide 2 - Question ouverte
Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Welke verschillen kun je noemen?
Slide 6 - Carte mentale
Voorbereiding
Jullie weten al wat je gaat presenteren. Je hebt tijdens vorige les een start gemaakt met het ontwerpen van jullie droom product.
Nu ga je deze informatie omzetten naar een presentatie:
Slide 7 - Diapositive
1. Verdeel je presentatie over inleiding – middenstuk - slot.
2. Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (powerpoint, prezi, tekst, foto's, materiaal)
8. Schrijf de presentatie uit en leer de presentatie aan de hand van sleutelwoorden.
9. Maak een spiekbriefje met sleutelwoorden.
10. Oefenen samen de presentatie en spreek af wie wat gaat presenteren.
Slide 8 - Diapositive
Opening
Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening.
Slide 9 - Diapositive
Creatieve opening
Citaat
Quiz
Raadsel
Humor
Anekdote
Bedankje
Een vraag aan je publiek
Enzovoorts...
Slide 10 - Diapositive
Wat is belangrijk aan je houding?
Slide 11 - Carte mentale
Houding
- Sta met twee benen op de grond. - Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Tips: - Spreek rustig en duidelijk. - Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. - Bedenk voor jezelf van tevoren vragen. Welke vragen zouden de toehoorders kunnen stellen? Weet je daar een antwoord op? - Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart) - Duidelijke zinnen
- Humor?!
- Wees creatief!
- Bedank je publiek
Slide 14 - Diapositive
Aan de slag!
Nu ga je met je groepje aan de slag met jullie presentatie. Ik kom langs om jullie te helpen.