v1b Unité 1 - les 5 - 020922
Salut v1b!
Le 2 septembre, 2022
BIENVENUE!- svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Salut v1b!
Le 2 septembre, 2022
BIENVENUE!- svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas
Slide 1 - Diapositive
Regels in de klas
- Bij binnenkomst doe je je telefoon in de telefoontas en leg je je boek,
schrift en pen op tafel.
- "Attention" betekent "let op!", als ik dat zeg ga ik iets uitleggen
en dan zijn jullie stil.
- We hebben respect voor elkaar en luisteren naar elkaar, wil je
iets zeggen dan steek je je vinger op.
Slide 2 - Diapositive
Le but (het doel van deze les)
Na deze les:
- Weet jij waarom je het het rijtje van "être" moet leren
- Ken jij het rijtje van "être" en kun je het goed gebruiken
Slide 3 - Diapositive
Le program
- Bonjour! Apprendre 1+2 et on parle un peu! (We kletsen een beetje).
- Wat weten jullie nog van de vorige les?
- Les devoirs (huiswerk) nakijken en noteren voor volgende keer.
- Het werkwoord "être" (zijn)
- On travaille! (Zelfwerktijd)
- Au revoir!
Slide 4 - Diapositive
Bonjour!
- Apprendre 1+2 (hardop en overhoren)
- On parle! (We gaan praten)
Ik vraag sommigen in de klas:
Ik: Salut! Jij: zegt gedag terug.
Ik: Comment tu t'appelles? jij: zegt hoe je heet.
Ik: Où habites-tu? jij: zegt waar je woont.
Slide 5 - Diapositive
Les devoirs
- Nakijken: het blad met foto's van de gebouwen en
bezienswaardigheden in het 19e arrondissement
van Parijs
Slide 6 - Diapositive
Les devoirs voor 5 september 2022
- Maken ex. 8A onderdeel 3 (page 19), ex. 8B en 8C
(page 20) en het blaadje met de "être" oefeningen.
- Leren: apprendre 3 het rijtje van "être" (page 39).
Slide 7 - Diapositive
être = zijn
Laten we eerst kijken naar ex. 8A (page 19)
LET OP:
je suis ik ben 1. "het is" vertaal je met c'est
tu es jij ..... 2. "wij zijn" kun je vertalen als "on est"
il/elle/ hij/zij ...... en als "nous sommes"
on est wij ..... 3. "zij zijn" vertaal je bij alleen vrwl met "elles"
men ........ en in alle andere gevallen met "ils"
nous sommes wij .... "
vous êtes jullie ..... Paul et Marc sont au collège - ils sont au collège
u .......... Paul et Sophie sont au collège - ils sont au collège
ils/elles sont zij (m)/zij (v) ..... Sophie et Myriam sont au collège - elles sont au collège
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Kenny B. - Parijs
Slide 10 - Diapositive
On travaille!
- Maken ex. 8A onderdeel 3 (page 19), ex. 8B en 8C
(page 20) en het blaadje met de "être" oefeningen.
- Leren: apprendre 3 het rijtje van "être" (page 39).
Slide 11 - Diapositive
Au revoir!
- Wat hebben jullie geleerd vandaag?
- Maken ex. 8A onderdeel 3 (page 19), ex. 8B en 8C
(page 20) en het blaadje met de "être" oefeningen.
- Leren: apprendre 3 het rijtje van "être" (page 39).
