14.2 Gehoorzintuig

14.2 Gehoorzintuig
Voorkennisvragen
1. Wat is geluid?
2. Welk type receptoren heb je dus nodig om geluidprikkel om te zetten in een impuls?
3. Wat is de hoogste toon dat mensen kunnen horen?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

14.2 Gehoorzintuig
Voorkennisvragen
1. Wat is geluid?
2. Welk type receptoren heb je dus nodig om geluidprikkel om te zetten in een impuls?
3. Wat is de hoogste toon dat mensen kunnen horen?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoe komt het dat alleen jongeren hele hoge tonen horen?

Slide 3 - Diapositive

Inhoud hoofdstuk
14.1 Zintuigcellen (plus evenwichtszintuig)
14.2 Gehoorzintuig
14.3 Gezichtszintuig
14.4 Netvlies en de hersenen
14.5 Zintuigen en regeling

Slide 4 - Diapositive

Doel 14.2
Je leert de bouw van het oor met de verschillende onderdelen
Je leert hoe de zintuigcellen in het oor geluiden opvangen en doorgeven
Je leert hoe we onderscheid maken tussen hoge en lage tonen en tussen harde en zachte tonen


Slide 5 - Diapositive

Het gehoorzintuig (BINAS 87D)

Slide 6 - Diapositive

Deel gaat via schedelbeenderen 

Slide 7 - Diapositive

Slakkenhuis
Eigen frequentie
basilair membraan.

10000 Hz (hoge toon):
dichtbij in het slakkenhuis
400 Hz (lage toon):
ver in het slakkenhuis


Slide 8 - Diapositive

Welke geluidsgolven komen aan het einde van het slakkenhuis?
A
zachte basmuziek
B
zacht stemgeluid
C
postoolschot
D
rookalarm

Slide 9 - Quiz

Dwarsdoorsnede slakkenhuis

Slide 10 - Diapositive

Depolarisatie door instroom K+ (!) in de zintuigcel door druk op de zintuigharen/ ciliën.

Slide 11 - Diapositive

Endolymfe




Calciumpoort reageert op spanningsverschil



Blaasje met neurotransmitter

Perilymfe
Haarcel in orgaan van Corti




Depolarisatie







Gehoorzenuwcel

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Les 2 
Even reflectie vorige les:
1. Waar worden geluidstrillingen als eerst opgevangen door het oor? 
2. Hoe heet de vloeistof in de voorhoftrap en de trommelholtetrap?
3.  Hoe heet de vloeistof in de slakkengangtrap? 
4. Welke ionen vindt men veel van in vloeistof van vraag 3?
5. Beschrijf hoe een impuls ontstaat in de receptorcellen in het orgaan van Corti
6. Hoe maken je oren onderscheidt tussen een hoge en lage toon? 

Slide 14 - Diapositive

Geluidsgolven vs impulsen
Hoge toon: hoge frequentie
Lage toon: lage frequentie
-> andere plek in het basilair membraan
-> andere zenuwcel


Slide 15 - Diapositive

Geluidsgolven vs impulsen
Harde toon: grote amplitude
Zachte toon: kleine amplitude
Hoge/ lage frequentie impulsen door de zenuwcellen





Slide 16 - Diapositive

Richting van het geluid






Snelheid van het geluid in lucht: +/- 340 m/s
Snelheid van het geluid in water: +/- 1500 m/s
Wat gebeurt er met je gehoor onder water?

Slide 17 - Diapositive

Geluidssterkte
Wordt uitgedrukt in dB. Elke 10 dB erbij is 2 x zo hard.



Slide 18 - Diapositive

Geluidssterkte

Slide 19 - Diapositive

Gehoorbeschadiging

Slide 20 - Diapositive

Gehoorbeschadiging

Slide 21 - Diapositive

        H14.2 Gehoorzintuig





Hoe komt het dat alleen jongeren hele hoge tonen horen?

Slide 22 - Diapositive

Doel 14.2
Je hebt de bouw van het oor met de verschillende onderdelen geleerd
Je hebt geleerd hoe de zintuigcellen in het oor geluiden opvangen en doorgeven
Je hebt geleerd hoe we onderscheid maken tussen hoge en lage tonen en tussen harde en zachte tonen


Slide 23 - Diapositive

BINAS 14.2
BINAS 87D Gehoor en evenwicht

Slide 24 - Diapositive

Begrippen 14.2
thalamus, toonhoogtes, haarcellen, mechanoreceptoren, buitenoor, oorschelp, hegoorgang, trommelvlies, middenoor, buis van eustachius, schedelbeenderen, gehoorbeentjes, hamer, aambeeld, stijgbeugel, binnenoor, slakkenhuis, ovale venster/ foramen ovale, ronde venster, endolymfe, perilymfe, basilair membraan, trillingsfrequentie, decibel, gehoorschade, ciliën

Slide 25 - Diapositive