H1 hoofd- en bijzaken

Leesvaardigheid
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer?
We kijken wat we nog weten van leesvaardigheid van vorig jaar.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het onderwerp van deze tekst?

In het schooljaar 2019-2020 gingen de centrale examens niet door vanwege Corona. Veel leerlingen vonden dit erg jammer. Ze hadden graag willen ervaren hoe het zou zijn om samen in een gymzaal de examens te moeten maken. Nu er geen examens zijn gemaakt, weten de leerlingen ook niet of ze ooit officieel geslaagd zouden zijn. Hopelijk gaan dit schooljaar de examens wel gewoon door.

Slide 3 - Question ouverte

In welk deel van de tekst vind je de kern (het belangrijkste)?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
D
inleiding en slot

Slide 4 - Quiz

Hoe bepaal je passende tussenkopjes (deelonderwerpen)?
A
door globaal te lezen
B
door zoekend te lezen
C
door oriënterend te lezen
D
door precies te lezen

Slide 5 - Quiz

Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt? De tekst ...
A
precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen

Slide 6 - Quiz

De hoofdgedachte is...
A
de kernzin
B
de hoofdzaken
C
het belangrijkste van een tekst in één zin.
D
de samenvatting

Slide 7 - Quiz

De hoofdgedachte van een tekst ...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 8 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
Hoofdgedachte ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 9 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Door alle inspanningen van de gemeente wordt Zwolle gezien als een fietsstad.
B
Door het aanleggen van fietsstraten denkt de gemeente Zwolle dat de binnenstad verkeersveiliger wordt.
C
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als een soort fietspad waar ook auto’s op mogen rijden.
D
Door de fietsstraten zijn de belangrijke fietsroutes voor fietsers en automobilisten beter herkenbaar.

Slide 10 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'ook'?
A
concluderend tekstverband
B
chronologisch tekstverband
C
redengevend tekstverband
D
opsommend tekstverband

Slide 11 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'binnenkort'?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 12 - Quiz

Het regent, maar toch schijnt de zon.
A
opsommend tekstverband
B
chronologisch tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 13 - Quiz

Signaalwoord ’bijvoorbeeld’ verwijst naar een ...
A
samenvattend tekstverband
B
toelichtend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
opsommend tekstverband

Slide 14 - Quiz

Is 'informeren' een tekstdoel of een tekstsoort?
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 15 - Quiz

Hoofd- en bijzaken

Slide 16 - Diapositive

Lesdoel:



Je kunt:

  • de kernzin van een alinea vinden.
  • hoofd- en bijzaken in een tekst vinden.



Slide 17 - Diapositive

Klas 48 uur zonder telefoon
Leerlingen van de onderbouw van het Lorentz Lyceum uit Arnhem hebben onlangs succesvol meegedaan aan een experiment waarbij ze gedurende twee dagen geen mobiel, games of sociale media mochten gebruiken. ‘De No Phone Challenge was flink afkicken’, zegt de mentor. De leerlingen vonden zelf dat ze veel socialer waren, zowel in de klas als thuis. De pauzes leken langer en werden leuker bevonden. ‘We gingen spellen doen en ik sprak mijn klasgenoten meer’, somt een leerling op. ‘We hadden ook meer tijd voor huiswerk.’
1. Welke zin is de belangrijkste in deze tekst? 
2. Waarom?

Slide 18 - Diapositive

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijkste zaken in een tekst noem je hoofdzaken. 

Minder belangrijke zaken als uitleg, toelichting en voorbeelden noem je bijzaken.

Slide 19 - Diapositive

Hoofdzaken
  • Belangrijkste informatie van de tekst.
  • Je vindt de hoofdzaken van een tekst op voorkeursplaatsen, zoals de inleiding en het slot. 
  • De kernzin van elke alinea bevat een hoofdzaak. 
  • Sommige alinea's hebben geen kernzin, dan moet je zelf de hoofdzaak bepalen. 

Slide 20 - Diapositive

Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

  • Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
  • Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
    Denk aan de hamburger... 

Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
  2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)

Slide 21 - Diapositive

Wat is de kernzin?
Alle jongeren moeten op school leren programmeren, omdat dit goed is voor hun algemene ontwikkeling en noodzakelijk voor hun latere kansen op de arbeidsmarkt. Dat is het advies van Platform Onderwijs 2032 over het onderwijs van de toekomst. Digitale vaardigheden zouden nodig zijn om jongeren voor te bereiden op deelname aan de maatschappij. Mariëlle Stoelinga, universitair hoofddocent informatica in Twente, pleit voor verplichte programmeerlessen op school, zoals in Engeland en Finland al gebeurt.


Naar: BN/De Stem, 8 oktober 2015

Slide 22 - Diapositive

Opdracht

We gaan in groepjes (max. 4 pers.) zitten en maken de uitgedeelde opdracht. Eerst lees je individueel de tekst, daarna maak je samen de vragen. Zachtjes overleggen!

Zijn jullie eerder klaar? Dan maken jullie opdracht 3 op blz. 14 van het lesboek. (onderdeel van het huiswerk)
Heb je vragen? Steek je hand omhoog!
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 24 - Quiz

Wat is het juiste antwoord over hoofdzaken?
A
De hoofdzaken staan alleen in de inleiding.
B
De hoofdzaken staan alleen in het slot.
C
De hoofdzaken staan alleen in het middenstuk .
D
De hoofdzaken staan in de inleiding en in het slot.

Slide 25 - Quiz

Bijzaken zijn het tegenovergestelde van hoofdzaken.
Dit kunnen zijn ... (meerdere opties):
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
herhaling
D
uitleg

Slide 26 - Quiz

Ik kan de kernzin van een alinea vinden.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 27 - Sondage

Ik kan de hoofd- en bijzaken in een tekst vinden.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 28 - Sondage

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Huiswerk
Leesvaardigheid H1 blz. 12-17 opdr 3, 4 en 5 

Af: vrijdag 28 oktober. Dan kijken we het huiswerk ook na.

Slide 30 - Diapositive