‹Revenir à la recherche

Do 5 dec Taalverzorging

Check-In
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃
1 / 20
suivant
Slide 1: Sondage
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Check-In
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

TOETS 3

Taalverzorging
Taalverzorging
Verwijswoorden

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden!!!
onderdeel!
Verwijswoorden.

HUNNIE hebben het gedaan!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden vervangen woorden die eerder zijn genoemd.

Je kunt verschillende verwijswoorden tegenkomen of gebruiken.
verwijswoorden.

die - deze - dat - dit

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden
De verwijswoorden dat, die en wat hebben we in de vorige paragraaf behandeld. Maar er zijn meer verwijswoorden.

De verwijswoorden waarmee, waaronder en waardoor verwijzen naar dingen.
Met wie, aan wie, door wie verwijzen naar personen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden
Mijn vader kwam gisteren laat thuis en nu is hij erg moe.
Hij verwijst hier naar mijn vader -> een verwijswoord.
Hij, zij, dat, die en daar zijn vaak verwijswoorden.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:





mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden
De verwijswoorden waarmee, waaronder en waardoor verwijzen naar dingen.
Met wie, aan wie, door wie verwijzen naar personen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lastige verwijswoorden
Er zijn ook een paar lastige verwijswoorden:
  • dat of wat;
  • waar + voorzetsel 
  • voorzetsel + wie
  • hen of hun; 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hebben 
een ticket
voor
verdiend.
gaan
dus
naar
de Olympische spelen.
te stellen
hopen
hoge eisen
aan het team.
Sleep alle verwijswoorden naar een vak onder de zin.
timer
1:00
verwijswoord
verwijswoord
verwijswoord
Zij
Daar
ze
De Nederlandse voetballers
Rio de Janerio

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. 
Vera doet het trucje voor.    ________  zegt:

‘Zo moet je ________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Signaalwoord
Verwijswoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader, 

maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. 
Vorige maand bezocht mijn familie uit Australië ons en
 ...            was echt een verassing.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het

Slide 14 - Question de remorquage

Herhaling paragraaf 3.
Verwijswoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan verwijswoorden herkennen en kan benoemen waar de verwijswoorden naartoe verwijzen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbeter de onjuiste verwijswoorden.
Noteer het onjuiste verwijswoord en daarachter het juiste verwijswoord.

Dit broodje is lekker, maar die van jou lijkt me ook heerlijk.
onjuist verwijswoord:___________________
juist verwijswoord: ____________________



Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn verwijswoorden? Noem een voorbeeldzin waarin je een verwijswoord gebruikt.
timer
1:00

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin waarin je het woord Valentijnsdag + tenminste 1 verwijswoord gebruikt.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan verwijswoorden gebruiken in een zin.

Slide 20 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Do 5 dec Taalverzorging

- Leçon avec 20 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Do 5 dec Taalverzorging

- Leçon avec 16 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Do 5 dec Taalverzorging

- Leçon avec 16 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Do 5 dec Taalverzorging

- Leçon avec 14 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Verwijswoorden

- Leçon avec 25 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

2024_04_09 3.3. EJDFS

- Leçon avec 38 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Do 5 dec Taalverzorging

- Leçon avec 14 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Verwijswoorden

- Leçon avec 12 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3