Les 3 Spaans U2 voorbereiding toets periode 3

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoy en clase
La clase anterior
Repasar el tiempo
Repasar la rutina
La evaluación
La preparación para la siguiente clase

Slide 2 - Diapositive

La clase anterior:
1. Welke grammatica werd er herhaald?
2. Welke vocabulaire herhaalde tio Spanish in zijn video?
3. Waar heb je nog moeite mee in het Spaans?

Slide 3 - Question ouverte

Repasar el tiempo
In de vorige les moest je in het Spaans vertellen wat het weer was in de video.
Belangrijk om goed te weten is dat wanneer je het hebt over het weer dat je hace gebruikt.
Hace sol = het is zonnig
Hace buen tiempo = het is mooi weer
Hace calor = het is heet

Slide 4 - Diapositive

Repasar el tiempo
Je hebt wel uitzonderingen, waarbij je dus het werkwoord hace NIET MAG gebruiken:
het is bewolkt: está nublado
het regent: llueve
het sneeuwt: nieva
het stormt: hay tormentas

Slide 5 - Diapositive

Contesta en español?:
¿Qué tiempo hace ahora en Ámsterdam?
¿Qué tiempo hace ahora en Australia?

Slide 6 - Question ouverte

Wat vind je moeilijk als je in het Spaans je routine moet vertellen?

Slide 7 - Carte mentale

Repaso gramática: verbos reflexivos
Je gaat zo dadelijk kijken naar een video waarin wordt uitgelegd wat een wederkerend werkwoord is en hoe het in het Spaans wordt vervoegd.
Bekijk het goed en maak desnoods wat aantekeningen in je schrift of op je computer.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Vervoeg de werkwoorden in de juiste persoon.
1. nosotros (lavarse)
2. yo (despertarse, ie)
3. tú (acostarse, ue)
4. ella (dormir, ue)
5 él (vestirse, i)

Slide 10 - Question ouverte

Hoe maak je de ontkenning bij een wederkerend werkwoord met nadruk?
bijv. bij ik sta op?
yo me levanto en de ontkenning is?

Slide 11 - Carte mentale

De ontkenning in het Spaans: niet/nee
Je zet altijd het woordje no voor het vervoegd werkwoord.
no hablo ik  spreek niet
met nadruk: yo no hablo ik spreek niet
bij wederkerend werkwoord:
no me levanto ik sta niet op
yo no me levanto ik sta niet op
dus de persoonlijke voornaamwoorden komen vóór no en na "no" komt het vervoegd werkwoord.

Slide 12 - Diapositive

Vídeo
Mira el vídeo y escribe luego:
1. ¿Cuál es el tema del vídeo?
2. ¿Quién es la persona que canta la canción?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Contesta en español
1. ¿Cuál es el tema del vídeo?
2. ¿Cómo se llama la persona que canta la canción?
3. ¿Cómo se llama su canción más famosa?

Slide 15 - Question ouverte

Ik begrijp wat een wederkerend werkwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Ik weet hoe je in het Spaans een werkwoord moet vervoegen dat wederkerend is zoals ducharse.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Ik weet hoe ik de routine in het Spaans moet zeggen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Wat zou je graag in de volgende les willen doen?

Slide 19 - Carte mentale

La preparación para la siguiente clase
Bekijk periodeoverzicht in studiewijzer en leer de stof alvast voor de toets in de toetsweek.
Als je niet weet waar je iets kunt vinden, stuur een teamsberichtje!

Slide 20 - Diapositive