Par 7.4

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Par 7.4

Lesplanning

Doel

Vorige les

Uitleg

Zelfstandig werken

Les afsluiten

Doel

De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden uitleggen wat er is gebeurd als er bevruchting heeft plaats gevonden.

Wat zijn insectenbloemen

1. Dat zijn bloemen met heel weinig kleur.
2. Dat zijn bloemen die de bodem bedekken.
3. Veel bloemen lokken insecten met opvallend gekleurde bloemen.
4. Dat zijn bloemen waarbij er geen bestuiving plaats vind.

Wat voor soort bloem is dit op de foto?

De stuifmeelbuis

Hiernaast zie je een doorsnede van een stamper.

Er zitten drie stuifmeelkorrels op de stempel.

Uit einde stuifmeelkorrel groeit een buisje. 

Dit buisje heet de stuifmeelbuis.

In de stuifmeelbuis zit de kern van de 

stuifmeelkorrel. 

De stuifmeelbuizen groeien door de stijl 

heen naar de eicellen in het vruchtbeginsel.

Bevruchting

In de afbeelding hiernaast zie je dat een 

stuifmeelbuis is aangekomen bij de eicel.

 de kern van de stuifmeelkorrel gaat nu de eicel in. 

In de eicel versmelt de kern van de stuifmeelkorrel 

met kern van de eicel. De twee kernen worden 

samen een nieuwe kern. Dit heet bevruchting.

Bij bevruchting versmelt de kern van een 

stuifmeelkorrel met de kern van een eicel. 

Er ontstaat dan een bevruchte eicel.

Groei en zaden

Na de bevruchting gaan de bevruchte eicel, zaadcel en 

vruchtbeginsel groeien. Uit de bevruchte eicel 

ontstaat een kiem.

Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. 

Elk zaad bevat een kiem. 

Kijk maar naar de afbeelding hiernaast.

Sommige vruchten hebben maar één zaad. 

Andere vruchten hebben er veel meer. Kijk maar

Een mango heeft maar een zaad, en een meloen 

heeft meerdere zaden.

Zelfstandig werken

Opdracht 16 t/m 20

Blz. 147 t/m 151

les afsluiten 

Doel behaald?

Wat ging er goed tijdens de les?

Wat kan er een andere les beter?