inzichtsvragen
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Je rijd 40 km/u. Wat doe je?
A
Stapvoets gaan rijden
B
Met dezelfde snelheid blijven rijden
C
De fietser waarschuwen met de claxon
Slide 2 - Quiz
Een tegenligger haalt in. Je denkt dat hij het niet haalt. Wat doe je?
A
De berm insturen terwijl je hard remt
B
De tegenligger waarschuwen met een lichtsignaal
C
Snelheid verminderen en zoveel mogelijk rechts rijden
Slide 3 - Quiz
Een personenauto rijdt langzaam op de linkerrijstrook. Wat doe je?
A
Van rechts inhalen
B
Zo blijven rijden
C
Geluidssignaal geven en van rechts inhalen
Slide 4 - Quiz
De rode auto wilt links invoegen. Wat doe je in deze situatie?
A
Je houdt iets in en laat ruimte voor de rode auto
B
Je geeft een geluidssignaal en laat de auto niet voor
C
Je remt krachtig af zodat auto meer ruimte krijgt om in te voegen
Slide 5 - Quiz
De auto voor je blijft met lage snelheid op de linkerrijstrook rijden. Je wilt inhalen. Wat moet je doen?
A
Je verkleint de volgafstand en geeft een lichtsignaal om aan te geven dat je er langs wilt
B
Je gaat naar rechts en haalt langzaam op een veilige manier in
C
Je gaat naar rechts en wacht totdat je de auto links kunt inhalen
Slide 6 - Quiz
Wat doe je hier?
A
Uitwijken naar de linkerrijstrook
B
Rechtdoor blijven rijden op de rechterrijstrook
Slide 7 - Quiz
Wat kun je verwachten?
A
Dat de rechter auto je niet goed ziet
B
Dat de auto voor je zal afremmen
Slide 8 - Quiz
De bus staat stil en er stappen kinderen in. Wat doe je?
A
De bus zo snel mogelijk voorbijrijden
B
De bus met lage snelheid voorbijrijden
C
Stoppen en wachten tot de bus is weggereden
Slide 9 - Quiz
Je rijdt op een autosnelweg en ziet ver voor je een stilstaande file. Wat doe je?
A
Krachtig afremmen en afstand houden
B
Snelheid verminderen door terug te schakelen
C
Waarschuwingslichten aanzetten en tijdig afremmen
Slide 10 - Quiz
Je rijdt 80km/u. Je auto komt met de band in de zachte berm van de weg terecht. Wat moet je doen?
A
Gas loslaten
B
Remmen
C
Je stuurt scherp naar links
Slide 11 - Quiz
Je rijdt in de vierde versnelling en moet stoppen. Wat doe je?
A
Gas loslaten en de auto zo lang mogelijk laten uitrollen in deze versnelling
B
Zoveel mogelijk terugschakelen naar een lagere versnelling
