het ontstaan van de Verenigde Staten

het ontstaan van de Verenigde Staten
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

het ontstaan van de Verenigde Staten

Slide 1 - Diapositive

Programma
Introductie
uitleg 6.2
check

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
aan het eind van deze les:
  • ken je 3 motieven om als kolonist naar Amerika te vertrekken
  • kun je aan de hand van verschillende motieven uitleggen waarom de koloniën in Amerika onafhankelijk wilden worden
  • kun je uitleggen hoe de onafhankelijkheidsoorlog verliep

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

De eerste Kolonisten 
Na de ontdekking van Amerika kwamen verschillende Kolonisten uit Engeland, Nederland en Frankrijk. Zij hadden verschillende motieven:
  • goudkoorts 
  • economisch nieuw bestaan
  • geloofsovertuiging: streng protestants bestaan leiden

Slide 5 - Diapositive

Oorspronkelijke bewoners
  • native Americans/ Indianen
  • meestal nomaden, niet altijd
  • leven van de natuur
  • geen privébezit  

Slide 6 - Diapositive

Bestaan van de Kolonisten

In Amerika was geen edelmetaal te vinden. Kolonisten leven van de handel en landbouw.

  • in het noorden bestonden boerenbedrijven waar families werkten.
  • in het zuiden ontstonden plantages waar eerst contractslaven uit Europa werkten, later werden hier slaven uit Afrika geplaatst. Dit werden de Afro-Amerikanen, zij werden (en hun nakomelingen) privébezit.  

Slide 7 - Diapositive

Onafhankelijkheid 1776

Slide 8 - Diapositive

Strijd tussen de Kolonies 
De verschillende kolonisten voerden niet alleen oorlog tegen de Indianen, maar ook onderling tegen elkaar.
  • Engeland had de meeste koloniën, en voerde oorlog tegen Frankrijk in de French-Indian war (Frankrijk met als bondgenoot de Indianen), maar ook tegen de Republiek, die Nieuw-Nederland had gesticht met als hoofdstad Nieuw Amsterdam (New York)
  • 1763: Vrede van Parijs: Frankrijk moet haar noordelijke koloniën afstaan aan Engeland

Slide 9 - Diapositive

Britse maatregelen (I)
  • om het de Republiek moeilijk te maken winst te maken: navigation act
  • alleen Engelse schepen mogen goederen vervoeren langs de Engelse kust --> ontstaan smokkelhandel  
  • 1774: Vrede van Westminster 
  • Engeland kreeg Nieuw Amsterdam (New York), de Republiek kreeg Suriname daarvoor terug

Slide 10 - Diapositive

Britse maatregelen (II)
  • Britse economie moest beschermd worden: koloniën mochten alleen grondstoffen vervoeren
  • Hiernaast moesten de  koloniën hoge invoerrechten betalen
  • Met de stamp-act mochten de koloniën alleen nog papier gebruiken uit Engeland >> groeiend verzet 
  • 'No taxation without representation'

Slide 11 - Diapositive

Boston Tea Party
  • 1773: Engeland besloot dat Amerika  alleen nog thee mocht kopen van de East-India Company
  • groep verzetslieden verkleedde zich als Indianen en gooide alle thee in de zee.
  • Engeland sloot als reactie de haven van Boston
  • Koloniën kwamen bij elkaar in het Continental Congress: koloniën besloten Britse producten te boycotten --> leidde tot onafhankelijkheid 

Slide 12 - Diapositive

Onafhankelijkheidsoorlog
Het Congres vormde een leger onder leiding van George Washington om te vechten tegen de Britten
In 1776 riep het Congres de onafhankelijkheid van de 'Verenigde Staten van Amerika' (VS) uit
In 1783 werd de VS officieel erkend als onafhankelijk

Slide 13 - Diapositive

Thomas Jefferson
Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring (1776)

Slide 14 - Diapositive

Bestuur

  • President en congres door de bevolking gekozen
  • Congres: huis van afgevaardigden en Senaat
       Huis van afgevaardigden: maakt wetten
       Senaat: neemt wetten aan
  • Bill of rights--> staan de grondrechten van de Amerikaanse burgers --> vrijheid van godsdienst, het recht op een eerlijk proces, verbod op wrede straffen
  • Trias Politica 

Slide 15 - Diapositive

1789: de eerste grondwet ter wereld geschreven

Slide 16 - Diapositive

2

Slide 17 - Vidéo

Huh? Zei hij nou dat je niet de meeste stemmen hoeft te hebben om de verkiezing te winnen?
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat heb je verkeerd gehoord.

Slide 18 - Quiz

De VS kent dus ....
A
directe verkiezingen
B
indirecte verkiezingen

Slide 19 - Quiz