Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 De opkomst van de Islam

Opkomst van de islam
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Opkomst van de islam

Slide 1 - Diapositive

Doelen voor deze les: 
• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan en verspreiding van de islam.’
• Je kan uitleggen hoe de islam ontstond.
• Je kan uitleggen hoe het Arabisch rijk werd uitgebreid.
• Je kan uitleggen hoe de Arabische samenleving en cultuur zich ontwikkelden.
• Je kan uitleggen hoe de islam later in andere gebieden werd verspreid.
• Je kan uitleggen waarom Mohammed belangrijk is voor de islam.
• Je kan de 2 groepen gelovigen binnen de Islam noemen.
• Je kan uitleggen waarom de Arabische veroveringen zo snel verliepen.
• Je kan uitleggen waarom de Arabische wereld toch verbonden bleef nadat het rijk zelf uit elkaar was gevallen.
• Je weet tot waar in de wereld, de islam verspreid werd.
• Je kan de 2 groepen gelovigen binnen de Islam noemen.
• Je kan uitleggen waarom de Arabische veroveringen zo snel verliepen.
• Je kan uitleggen waarom de Arabische wereld toch verbonden bleef nadat het rijk zelf uit elkaar was gevallen.
• Je weet tot waar in de wereld, de islam verspreid werd.

Slide 2 - Diapositive

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan en verspreiding van de islam.’

Slide 3 - Question ouverte

Leg uit wie Mohammed was.

Slide 4 - Question ouverte

Het ontstaan van de islam
Islam: 
  • Allah (God) kiest Mohammed uit als zijn profeet. 
  • Mohammed is zowel geestelijk als wereldlijke leider.
  • Begin jaartelling moslims: Mohammed wordt uit Mekka gedreven naar Medina gedreven. (622 n.C.)
  • Vanuit Medina aanvaarden steeds meer moslims het gezag van Mohammed. 
  • Vanuit Medina wordt later Mekka verovert

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Noem een christelijk voorbeeld van een kalief.

Slide 7 - Question ouverte

Uitbreiding van het Arabisch rijk
  • Na de dood van Mohammed kozen de belangrijkste Arabisch leider een opvolger. Deze werden kaliefen genoemd. 
  • Dit rijk wordt een kalifaat genoemd.
  • Deze kaliefen breiden het rijk langzaam uit. 
  • De moslims waren bezig met de Jihad. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Leg uit wat een Jihad was.

Slide 10 - Question ouverte

Uitbreiding van het Arabisch
Jihad: 
  • In het begin: Innerlijke strijd om een goede moslims te zijn en de islam te verdedigen. 
  • Na de dood van Mohammed: De plicht om de islam te verspreiden, desnoods met geweld. 

Slide 11 - Diapositive

Leg het verschil uit tussen soennieten en sjiieten.

Slide 12 - Question ouverte

Uitbreiding van het Arabisch rijk 
Twee groepen: 
  1. Sjiieten: (Volgelingen) 
  2.  Soennieten. 

Slide 13 - Diapositive

Uitbreiding van het Arabisch Rijk
Vanaf de 7e eeuw rukken de legers van de moslim tot:
  • In het oosten op tot aan Pakistan. 
  • In het westen via Noord-Afrika tot aan Spanje/Portugal. 

Slide 14 - Diapositive

Leg uit waarom het rijk van de moslims zo snel kon groeien.

Slide 15 - Question ouverte

Uitbreiding van het Arabisch rijk
Oorzaken snelle verovering van de Arabieren: 
  • Byzantijns en Perzisch rijk waren verzwakt. 
  • Militair sterk. 
  • Verdeeldheid overwonnen en streden nu voor het geloof. 
  • Sommige volken bekeerden zich tot de islam en streden mee bij de veroveringen. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Noem 3 kenmerken van de Arabische wereld.

Slide 18 - Question ouverte

Arabische samenleving en cultuur
Toch bleef de Arabisch wereld cultureel en economisch met elkaar verbonden, doordat: 
  1. Arabisch was de hoofdtaal. 
  2. Arabisch geschrift werd overal gebruikt. 
  3. Islam was het gezamenlijk geloof. 

Slide 19 - Diapositive

Leg uit waarom de moslims tolerant waren tegenover christenen en joden.

Slide 20 - Question ouverte

Leg het verband uit tussen de Arabische Wereld en Grieks-Romeinse vormentaal.

Slide 21 - Question ouverte

Moslims waren tolerant tegenover joden en christen omdat zij verwant waren aan het christelijk geloof. (Geloven in dezelfde god)
  1. Moslims namen elementen over van een de Grieks-Romeinse cultuur. 
  2. Zij vertaalden Grieks boeken in het Arabisch. 
  3. Christelijke, Arabische en joodse wetenschapper onderzochten wiskunde, sterrenkunde, medicijnen en andere vakken. 

Slide 22 - Diapositive

Waarom is 1453 een belangrijk jaartal voor zowel de christenen als de moslims?

Slide 23 - Question ouverte

Verdere verspreiding Islam
Geleidelijk verspreidde de islam zich tot aan: 
  1. Afrika
  2. Bangladesh 
  3. Indonesië

In 1453 veroverde de moslims Constantinopel , waarmee het Byzantijnse rijk viel. 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan en verspreiding van de islam.’

Slide 26 - Question ouverte

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 3.1. 
  • Nakijken paragraaf 3.1. 
  • Leren leerdoelen 3.1. 

Slide 27 - Diapositive