Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Loopbaanorientatie, les 6 periode 1
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Leerstijlen van Kolb
De Amerikaanse leerpsycholoog heeft bedacht dat er 4 leerstijlen zijn:
De doener
De denker
De dromer
De beslisser
Slide 3 - Diapositive
https:
Slide 4 - Lien
Leerstijlen van Kolb
De Doener:
Je houdt van experimenteren
Je lost iets op door het uit te proberen
Je kunt goed omgaan met nieuwe situaties
Je bent doelgericht
Je bent praktisch ingesteld
Slide 5 - Diapositive
Leerstijlen van Kolb
De Dromer:
Je kijkt hoe anderen een probleem aanpakken
Je denkt eerst na voordat je iets doet.
Je denkt na over situaties en probeert zich in te leven
Je bent creatief in het bedenken van oplossingen
Je vindt het lastig om beslissingen te nemen.
Slide 6 - Diapositive
Leerstijlen van Kolb
De Denker:
Je houdt van logica en analyseren
Je werkt graag met plannen en schema's
Je kunt goed zelfstandig leerstof doornemen
Je kunt theorie vertalen naar de werkelijkheid
Slide 7 - Diapositive
Leerstijlen van Kolb
De Beslisser:
Je durft besluiten te nemen
Je koppelt theorie aan de praktijk
Je bent praktisch ingesteld
Je werkt graag volgens een plan
Je leert het best als een expert het voordoet
Je houdt van een duidelijke rode draad in de leerstof
Slide 8 - Diapositive
Ik ben een ...
A
doener
B
dromer
C
denker
D
beslisser
Slide 9 - Quiz
Denk je dat je met jouw manier van leren deze opleiding kan halen?
A
ja
B
nee
C
misschien
D
Weet ik niet
Slide 10 - Quiz
Leertips voor elkaar
Slide 11 - Carte mentale
Nog wat feiten
Beweeg na het leren 30 seconden met je ogen van links naar rechts en weer terug zodat linker (verwerken) en rechterhersenhelft (verbanden leggen) beter samenwerken.
Verdeel de lesstof: 20 minuten na het leren heb je 60% van de lesstof onthouden, een dag later 33%
Neem na 20 minuten leren pauze door te lopen of een kop thee te zetten. Let op: op je telefoon spelen dan zijn hersenen net zo actief.
Hersenen zijn de meest energievretende organen: suiker is zo opgebrand, neem brood, noten of groente