6.1 Je eigen frisdrank (2f)

H6 Frisdrankfabriek
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
W&TMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6 Frisdrankfabriek

Slide 1 - Diapositive

Pssh... Het vertrouwde geluid als je een blikje of fles frisdrank opent. Lekker, cola. Of heb je liever icetea? 

Wat je ook kiest, voordat jij het blikje in handen hebt, is er heel veel gebeurd. 

Slide 2 - Diapositive

Je leert in dit hoofdstuk
  • Wat er in frisdrank zit 
  • Hoe frisdrank wordt gemaakt
  • Hoe blikjes en petflessen worden gemaakt
  • Wat er allemaal gebeurd in en om een frisdrankfabriek
  • Wie de kwaliteit van de frisdrank controleert
  • Wat logistiek is

Slide 3 - Diapositive

Je draait aan de dop van een flesje fris en je hoort 'psh'. In de frisdrank ontstaan bubbels. Hoe komen bubbels in frisdrank?
A
Door het zuur in frisdrank ontstaat gas.
B
In de fabriek persen ze koolzuurgas onder hoge druk in de frisdrank.
C
In de fabriek gebruiken ze voor de frisdrank bronwater met prik.
D
In de fabriek mengen ze eerst mineraalwater met lucht.

Slide 4 - Quiz

Doelen 
  • Ik kan een etiket van voedingsmiddelen lezen 
  • Ik kan de begrippen ‘aroma, voedingszuren en koolzuur’ in eigen woorden uitleggen 
  • Ik kan uitleggen hoe de zuurgraad van een voedingsmiddel wordt gemeten 
  • Ik kan het verschil tussen basische-, zure en neutrale oplossingen uitleggen 


Slide 5 - Diapositive

Wat zit er in frisdranken?
Ingrediënten: dit zijn stoffen die nodig zijn om een product te maken
Aroma`s : zijn een geur- of smaakstoffen
Voedingszuren: zijn zure stoffen die van nature in ons voedsel voorkomen (smaak en houdbaarheid)
v.b. appelzuur, citroenzuur en fosforzuur: zuren helpen de houdbaarheid te verbeteren

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Koolzuur
Koolzuur, laat water bruisen

Dit zorgt voor prik in frisdrank

Ook is het zuur. Dat kun je proeven en testen.

Slide 9 - Diapositive

PH-waarden
De PH-waarde geeft de zuurgraad aan van een stof en is op te delen in drie categorieën.

Slide 10 - Diapositive

Hoe meet je de PH?
PH kun je meten met een indicator
Indicator = een stof die een ander stof kan aantonen. 

  • Zure oplossing ->  pH = tussen 0 en 7
  • Basische oplossing -> pH =  tussen 7 en 14
  • Neutrale oplossing -> pH =7

Slide 11 - Diapositive

pH meten
Indicatoren
  • lakmoespapier
  • universeel indicatorpapier (pH-papier)

pH-meter (nauwkeuriger)

Slide 12 - Diapositive

Demoproef
Met rode koolsap met allerlei verschillende stoffen

Slide 13 - Diapositive

Zelf doen!

Kan je een handschoen opblazen? 

Slide 14 - Diapositive

Je draait aan de dop van een flesje fris en je hoort 'push'. In de frisdrank ontstaan bubbels. Hoe komen bubbels in frisdrank?
A
Door het zuur in frisdrank ontstaat gas.
B
In de fabriek persen ze koolzuurgas onder hoge druk in de frisdrank.
C
In de fabriek gebruiken ze voor de frisdrank bronwater met prik.
D
In de fabriek mengen ze eerst mineraalwater met lucht.

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Maak alle opdrachten van 6.1: 2 t/m 17. 

In de les nu: 
1e lesuur: huiswerk maken
2e lesuur: project



Slide 16 - Diapositive