Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
hst 4.3 "wolken en neerslag"
Slide 1 - Diapositive
Bestaat er een lagere temperatuur dan 0K
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
Bereken de temperatuur in Kelvin als de temperatuur 1880 Celsius is
A
2153
B
1607
C
1880
D
kan niet
Slide 3 - Quiz
Bereken de temperatuur in graden Celsius als de temperatuur 200 K is
A
-73
B
473
C
73
D
kan niet
Slide 4 - Quiz
Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
80 graden Fahrenheit
C
273 Kelvin
Slide 5 - Quiz
Meneer Celsius maakte de voor ons bekende thermometer met hulp van
Tekst
A
Meneer Fahrenheit
B
ijs
C
zijn lichaamstemperatuur en het koudste wat hij had in zijn laboratorium
D
smeltend ijs in water dat hij 0 graden noemde
Slide 6 - Quiz
paragraaf 3
Wolken en neerslag
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Hoe onstaat een wolk?
De zon verwarmt het zeewater, het vloeibare water verandert in waterdamp. Als de lucht met waterdamp afkoelt, treedt er condensatie op en ontstaat er een wolk
Hoe onstaat neerslag in een wolk?
Neerslag ontstaat als miljarden zwevende druppeltjes en ijsdeeltjes in wolken aan elkaar gaan kleven. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden.
Slide 11 - Diapositive
Stapelwolken ontstaan door warme
lucht die uitzet. Bij het dauwpunt
gaan de lucht condenseren
(vlakke onderkant)
maar de bellen warme lucht stijgen nog verder, zo stapelen de wolken zich op.