H2.3 Hoe wil je wonen?

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Toets bespreken
- Uitleg 2.3
- Houdoeeee

Slide 2 - Diapositive

Regels toets bespreken
Alleen een marker op tafel
Heb je een pen op tafel? Dan krijg je -1 op jouw cijfer.

Ben je het niet eens met mijn nakijken? Markeer dan de vraag dan kan je na het nakijken uitleggen waarom. DUS NIET TUSSENDOOR VRAGEN/SCHREEUWEN!

Slide 3 - Diapositive

Vraag 1 (3p)
1. Wet die het maken van onderscheid op basis van geslacht, religie, leeftijd of afkomst verbiedt.
2. Het aantal producten dat je verkoopt.
3. Kortdurende werkloosheid omdat je tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.

Slide 4 - Diapositive

Vraag 2 (2p)
1 CAO
2 Bedrijfstak
3 Werkgevers

Slide 5 - Diapositive

Vraag 3 (2p)
0,078 × € 1.485 = € 115,83
  € 1.485 – € 108 – € 115,83 = € 1.261,17 (1p)
  € 1.261,17 × 12 = € 15.134,04 (1p

Slide 6 - Diapositive

Vraag 4 (1p)
Over de € 50 die hij normaal per uur ontvangt, moet hij belasting en sociale premies betalen. Hij houdt daarvan dus maar een deel over. Van de € 30 die hij ‘zwart’ ontvangt, hoeft hij niks af te dragen.


Slide 7 - Diapositive

Vraag 5 (2p)
 0,15 × € 826,80 = € 124,02
  € 826,80 + € 124,02 = € 950,82 (1p)
  Voor 25 uur per week: € 950,82 ÷ 38 × 25 = € 625,54 (1p)
  Of:
  € 190,80 ÷ 38 × 25 = € 125,53 per week (afgerond) (1p)
  0,15 × € 125,53 = € 18,83
  € 125,53 + € 18,83 = € 144,36
  € 144,36 × 52 ÷ 12 = 625,56 per maand (1p)

Slide 8 - Diapositive

Vraag 6

Slide 9 - Diapositive

Vraag 7 (2p)
(1) zelfstandige
  (2) eenmanszaak
  (3) zzp’er

Slide 10 - Diapositive

Vraag 8 (2p)


  a juist
  b juist
  c onjuist

Slide 11 - Diapositive

Vraag 9 (1p)
A

Slide 12 - Diapositive

Vraag 10 (1p)
Beroepsbevolking: 550.000 ÷ 8 × 100 = 6.875.000 personen. (1p)
 

Slide 13 - Diapositive

Vraag 11 (2p)


  (1) seizoenswerkloosheid
  (2) conjuncturele
  (3) frictiewerkloosheid 

Slide 14 - Diapositive

Vraag 12 (2p)
 a – arbeid
  b – ondernemerschap
  c – natuur
  d – kapitaal

Slide 15 - Diapositive

Vraag 13 (1p)
Groenteteler
Veiling
Soepfabriek
Groothandel
Supermarkt
Consument

Slide 16 - Diapositive

Vraag 14 (1p)
Kapitaalintensief, want bij de productie wordt naar verhouding meer gebruikgemaakt van kapitaalgoederen/machines/computers dan van menselijke arbeid.

Slide 17 - Diapositive

Vraag 15 (2p)
De verkoopprijs is 1,75 × € 8,20 = € 14,35 (1p)
  De consumentenprijs is 1,09 × € 14,35 = € 15,64 (1p)

Slide 18 - Diapositive

Vraag 16 (2p)
Omzet € 180.000
  Inkoopwaarde € 75.000 –
  Brutowinst € 105.000
  Loonkosten € 64.800
  Winkelhuur € 27.000
  Overige kosten € 15.000 -
  Nettoresultaat: € 1800 nettoverlies 

Slide 19 - Diapositive

Vraag 17 (1p)
Nieuwe dingen leren
Contact met klanten en collega's
Regelmaat geven aan je leven

Slide 20 - Diapositive

Vraag 18 (1p)
(1) concrete
  (2) supermarkt

Slide 21 - Diapositive

Vraag 19 (2p)
A. 40
B. 60
C. € 400
D. 50

Slide 22 - Diapositive

Vraag 20 (1p)
 - Geen wegwerpbakjes of -bekertjes meer gebruiken.
  - Afval recyclen.
   - Personeel in dienst nemen dat ergens anders niet zo makkelijk een baan kan krijgen (‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’).
  - Fairtrade producten verkopen.

Slide 23 - Diapositive

Vraag 21 (2p)
45000 – 15000 : 96 = 312,5 

Slide 24 - Diapositive

Cijfer berekenen
Aantal behaalde punten : 35 x 9 + 1

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Plattegrond voor deze periode

Slide 27 - Diapositive

Welkom
Vandaag
- Uitleg
- Aan de slag
- Vragen beantwoorden

Slide 28 - Diapositive

2.3 Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat de woningmarkt is.
2. Je kunt vaststellen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag.
3. Je kunt kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt
4. Je kunt uitleggen wat een hypothecaire lening is
5. Je kunt voorbeelden noemen van gemeentelijke belastingen.

Slide 29 - Diapositive

2.3 Een huur- of koopwoning? 

Slide 30 - Diapositive

2.3 Hoe wil je wonen? 
Woningmarkt: de totale vraag naar en het aanbod van woningen
  • Markt voor koopwoningen
  • Markt voor  huurwoningen

  1. Sociale huurwoningen
  2. Vrije sector huurwoningen

Slide 31 - Diapositive

2.3 Hoe wil je wonen?


  • Sociale huurwoningen:
  • -> huur per maand tot ongeveer €879,66
  • -> berekening maximale huurprijs met puntensysteem
  • Vrije sector huurwoningen
  • -> huur per maand meer dan €879,66

Slide 32 - Diapositive

2.3 Hoe wil je wonen?
Huurtoeslag
  • Financiële bijdrage van de overheid, om een deel van de huur te kunnen betalen
  • Wanneer je inkomen te laag is om de huur te betalen
  • Aanvragen bij de belastingdienst

Slide 33 - Diapositive

2.3 Hoe wil je wonen? 
Extra kosten voor de koper, naast aankoopkosten
(kosten koper = k.k.)
  • Overdrachtsbelasting
  • Notariskosten
  • transportakte -> kadaster (ivm eigendom onroerende zaken)

Slide 34 - Diapositive

2.3 Hoe wil je wonen? 
Hypothecaire lening (= hypotheek)
  • Geldlening voor de aanschaf van een woning
  • Looptijd meestal 30 jaar
  • Woning = onderpand

Slide 35 - Diapositive

2.3 Hoe wil je wonen?
Gemeentelijke belastingen
  • Onroerendezaakbelasting (OZB) op basis van WOZ-waarde
  • WOZ-waarde wordt vastgesteld door gemeente
  • Let op: OZB is heel klein percentage!!
  • Ook nog andere belastingen, soms afhankelijk van gezinssamenstelling

Slide 36 - Diapositive

2.3 Hoe wil je wonen?
Paragraaf 2.3: Opdracht 4,6,8, 9 en 10 

9 en 10 zijn belangrijk!




Slide 37 - Diapositive

Hoe zou jij het liefste les krijgen?

Slide 38 - Question ouverte

Hoe kan ik de lesstof beter overbrengen op jou?

Slide 39 - Question ouverte

Wat mis jij op dit moment aan de lessen?

Slide 40 - Question ouverte

Wil je nog iets kwijt? Doe dat dan nu graag!

Slide 41 - Question ouverte