Cours du 11 décembre

Start-upslide


Vertaal de volgende zinnen :
1) J'aime le chocola et j'adore le sushi.
2) J'ai deux chats et mon copain a trois chiens.
3) Nous avons les yeux bleus et les cheveux blonds.


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Start-upslide


Vertaal de volgende zinnen :
1) J'aime le chocola et j'adore le sushi.
2) J'ai deux chats et mon copain a trois chiens.
3) Nous avons les yeux bleus et les cheveux blonds.


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Leerjaar 1 :
  • gesprek over jezelf (woonplaats, leeftijd, familie etc)
  • opdrachten chapitre 3 écouter A en Lire B
  • leren chapitre 3 voca A

Leerjaar 2 :
  • Presentatie modeshow 4 modellen
  • opdrachten chapitre 3 écouter A en Lire B
  • leren chapitre 3 voca A
Lesdoelen leerjaar 1 :
1. Je gaat luisteren naar een gesprek dat op school plaatsvindt. Aan het eind van deze paragraaf kun je woorden over school en vakken gebruiken. (A1)
2. Je gaat een tijdschriftartikel over scholen in verschillende landen lezen. Aan het eind van deze paragraaf ken je woorden over dit thema en kun je ze gebruiken. (A1) Aan het eind van deze paragraaf kun je kloktijden zeggen. (A1)

Lesdoelen leerjaar 2 :
1. Je gaat luisteren naar een gesprek over winkelen. Aan het eind van deze paragraaf ken je woorden over dit thema en kun je ze gebruiken. (A1)
2. Je gaat oefenen met de getallen tot en met 1000. Aan het eind van deze paragraaf kun je deze gebruiken. (A1)
Je gaat een tekst over sneakers lezen. Aan het eind van deze paragraaf ken je woorden die te maken hebben met kleding en kun je ze gebruiken. (A1)

Slide 3 - Diapositive

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les.
We overleggen zachtjes als we een vraag hebben en elkaar willen hebben.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal.
We letten op in de les.
Tijdens het zelfstandig werken mag je oortjes in of een koptelefoon op

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Au travail !
Quoi? (wat)
Faire exercices écouter A & lire B
Avec qui? (met wie)
Individuellement (alleen/individueel)
Besoin d'aide? (hulp nodig)
-Utilise le vocabulaire
- Pose des questions à la prof ou un autre élève
Temps? (tijd)


Résultat? (resultaat)
Tu auras pratiqué avec écouter et lire en français.
Fini? (klaar)
Apprends:
Vocabulaire & Phrases Clés A en B


timer
15:00

Slide 6 - Diapositive

18

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Exit-ticket
- Vertaal de woorden die in het rad voorkomen. Schrijf het Franse woord op en schrijf met een = teken de vertaling erachter.
Lesdoelen:
Je kent woorden die te maken hebben met winkelen en kunt deze gebruiken
Je kunt de getallen 0 tot en met 100 gebruiken

Slide 9 - Diapositive

00:48
Zet de getallen van klein naar groot
quatorze
deux
dix-neuf
onze
cinq
neuf

Slide 10 - Question de remorquage

00:57
Wat betekent ''negen'' in het Frans?

Slide 11 - Question ouverte

00:57
Ken jij de getallen nog in het Frans? Sleep de Franse getallen naar de juiste cijfers!
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
neuf
dix
deux
six
cinq
un
huit
quatre
sept
trois

Slide 12 - Question de remorquage

00:58
Ken jij de getallen al in het Frans? Sleep de Franse getallen naar de juiste cijfers!
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
dix-neuf
vingt
douze
seize
quinze
onze
dix-huit
quatorze
dix-sept
treize

Slide 13 - Question de remorquage

02:08
Wat betekent ''vingt-huit'' in het Nederlands (schrijf het in getallen)

Slide 14 - Question ouverte

02:09
Wat betekent ''vingt et un'' in het Nederlands (schrijf het in getallen)

Slide 15 - Question ouverte

02:30
sept
dix
quatre
quarante
un
neuf
cinq
huit
deux
trente
quinze
onze
quatorze
dix-sept
dix-huit
dix-neuf
douze
seize
vingt
vingt-deux
trente-cinq
vingt et un
treize
1
2
30
5
4
40
7
8
9
10
11
17
16
18
20
12
22
13
14
15
19
35
21
Les nombres

Slide 16 - Question de remorquage

03:41
Hoe goed ken ik de getallen 0-50 in het Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

04:23
Wat is 70 in het Frans?

Slide 18 - Question ouverte

05:02
70
50
10
30
20
40
60
soixante
dix
trente
soixante-dix
quarante
vingt
cinquante

Slide 19 - Question de remorquage

05:33
Wat is 80 in het Frans?

Slide 20 - Question ouverte

05:34
Sleep de vertalingen naar de juiste getallen.
60
75
74
63
69
68
71
73
77
70
78
soixante-dix-sept
soixante-neuf
soixante-treize
soixante
soixante-quatorze
soixante-dix-huit
soixante-trois
soixante-huit
soixante-dix
soixante-quinze
soixante et onze

Slide 21 - Question de remorquage

05:54
Wat is 90 in het Frans?

Slide 22 - Question ouverte

06:16
Wat is 92 in het Frans?

Slide 23 - Question ouverte

06:30
Wat is 100 in het Frans?

Slide 24 - Question ouverte

06:34
Zet de getallen van laag naar hoog.
1
2
3
4
5
6
7
treize
quatorze
quinze
trente
quarante
cinquante
soixante

Slide 25 - Question de remorquage

06:34
Zet de getallen van klein naar groot
quatre-vingt-deux
quatorze
quatre-vingt-dix-sept
soixante-huit
trente-trois
cinquante-cinq

Slide 26 - Question de remorquage

00:57
Wat betekent ''13'' in het Frans?

Slide 27 - Question ouverte