Vraagwoorden A1 herhaling

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

De vraag

Wie?

Wat?

Waar?

Wanneer?

Waarom?

Welk / Welke?

Hoe?

Vraagwoorden

Wie vraagt naar personen: Wie is jouw docent?

  

Wat vraagt naar dingen: Wat doe je vanavond?

Waar vraagt naar een plaats: Waar woon je?

 

Vraagwoorden

Wanneer vraagt naar de tijd: Wanneer begint de winter?

Hoe laat vraagt naar de tijd op de klok: hoe laat is het?

Vraagwoorden

Waarom vraagt naar een reden: Waarom fiets jij naar school?

Hoe vraagt naar een manier: Hoe ga jij naar school?

Welk(e) vraagt om een keuze: In welke straat woon je?

Weet jij ____ school klaar is?
Om 14:40.

1. wanneer
2. hoe laat
3. waar
4. hoe

Is dit de straat ____ jij woont?
Ja, hier woon ik.

1. wanneer
2. wat
3. waar
4. hoe

Kan jij zeggen ____ ik moet doen?
Jij moet nu jouw rekenboek pakken.

1. welke
2. wat
3. waarom
4. hoe

____ ben jij somber?

Ik mis mijn vrienden.

1. wie
2. hoe
3. wat
4. waarom

Naar ____ winkel wil jij gaan?

Ik wil graag naar de HEMA.

1. welke
2. wie
3. wat
4. waar

___ moet de radio aan?

Jij moet drukken op deze knop.

1. welk
2. hoe
3. wat
4. waarom

Maak een vraag met
Wat...?

Maak een vraag met
Wie...?

Maak een vraag met
Hoe...?

Maak een vraag met
Wanneer...?

We lezen het kleine verhaal.

Zinzi gaat naar een feestje op school.

Ze houdt van mooie kleren.

Ze heeft een lange jurk aan met een lage hals.

Ze draagt schoenen met hoge hakken van Jan Jansen: heel hip.

Ze heeft knalrode lippen en een grote roos in haar haar.

Ze gaat met de bus naar het feest.

Lees samen het verhaal en stel vragen met vraagwoorden:

Waar gaat Zinzi naartoe?

Hoe gaat Zinzi naar het feest?

Wat heeft Zinzi in haar haar?

Wat draagt Zinzi?

Welke kleur hebben haar lippen?

Stel een vraag met...