Les 17 november oefenen woorden, bijwoord & hw nakijken

3V Latijn, 18 november
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

3V Latijn, 18 november

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Herhalen woorden
  • Oefenen grammatica &   nakijken huiswerk
  • Trappen van vergelijking

Slide 2 - Diapositive

Vertaal de vorm: putamus
A
hij vindt
B
wij vinden
C
zij menen
D
jullie menen

Slide 3 - Quiz

Vertaal de vorm: emisti
A
jij koopt
B
jullie kopen
C
jij kocht
D
jullie kochten

Slide 4 - Quiz

zelfst.nw.
bijv. nw. 
littera
fidus
difficilis
onus
pretium
minimus
humilis
servus

Slide 5 - Question de remorquage

mittere
quaerere

Slide 6 - Question de remorquage

Welke emoji past het best bij:
pessimus
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

SPQR 17.1 : bijwoorden

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk: Mandatum 15 blz.89 hb

Slide 14 - Diapositive

het meisje lacht tevreden
= puella...ridet
A
contenta
B
contenter
C
contente
D
contentus

Slide 15 - Quiz

het meisje lacht lief
= puella...ridet
A
dulca
B
dulciter
C
dulcis
D
dulce

Slide 16 - Quiz

het meisje lacht dapper (audax) =
puella...ridet

Slide 17 - Question ouverte

het meisje lacht vrolijk (laetus)
= puella ... ridet.

Slide 18 - Question ouverte

het meisje lacht .... = puella ... ridet.
prudente
leniter
lene
celer
celeriter
misere
misera
miseriter
lenis
celere
timida
timide

Slide 19 - Question de remorquage

Mandatum 16: QL

Slide 20 - Diapositive

Vertaal de volgende zin:
Sorores miserae lacrimant.

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Sorores misere lacrimant.

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Frater irate clamavit.

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Frater iratus clamavit.

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Equi celeriter appropinquabant.

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Equi celeres appropinquabant.

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Hostes audaces pugnabant.

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Hostes audacter pugnabant.

Slide 28 - Question ouverte

timer
0:30
grootst
groot
groter
positivus
comparativus
superlativus

Slide 29 - Question de remorquage

Trappen van vergelijking
In het Nederlands:
       groot, groter, grootst
       lang, langer, langst
       vies, viezer, viest

groot = positivus / stellende trap
groter = comparativus / vergrotende trap
grootst = superlativus / overtreffende trap


Slide 30 - Diapositive

Uitgangen
superlativus (grootst, mooist): 

laetissim-us, -a, -um

volgt de rijtjes van
longus, -a, -um

Slide 31 - Diapositive

longissimorum
timer
0:20
A
m gen mv
B
v gen mv
C
m acc ev
D
o gen mv

Slide 32 - Quiz

ingentissimae
timer
0:20
A
vrl gen ev
B
vrl dat ev
C
vrl nom mv
D
vrl acc mv

Slide 33 - Quiz

laetissimis
timer
0:20
A
m gen ev
B
v dat mv
C
o gen ev
D
m abl mv

Slide 34 - Quiz