Formatieve toets zakelijke e-mail GT2 maart 2025

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Zakelijke e-mail schrijven

Wat weet je al? 

Waar denk je aan bij een
zakelijke brief?

Wie is de geadresseerde?

1. Degene aan wie je de brief schrijft.
2. Degene die de brief schrijft.

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke e-mail

1. Amsterdam 2 november 2016
2. Amsterdam, 2 November 2016
3. Amsterdam, 2 november 2016
4. Amsterdam, 2-11-2016

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent

1. Geachte heer mevrouw,
2. Geachte heren en mevrouwen
3. Geachte heer, mevrouw,
4. Geachte heer/mevrouw,

De eerste zin van de e-mail begint met een hoofdletter.

1. Niet waar, de aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
2. Waar. In de zakelijke e-mail begint de eerste zin toch met een hoofdletter.

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.

1. Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
2. Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , kern en een afsluiting.
3. Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern

Kies de juiste schrijfwijze(n) voor de slotformule

1. Met Vriendelijke Groet,
2. Met vriendelijke groet,
3. Met vriendelijke groet
4. Met vriendelijke groeten,

In een zakelijke brief gebruik je formele taal.

1. Waar.
2. Niet waar.

Kies het juiste adres:

1. connect college Maasbrachterweg 22 6101 XX Echt
2. Connect College Maasbrachterweg 22 6101 XX Echt
3. Connect College Maasbrachterweg 22 Echt 6101 XX

Kies de juiste slotgroet:

1. Met vriendelijke groet Naam Achternaam
2. Met vriendelijke groet, Naam
3. Met vriendelijke groet, Naam Achternaam
4. Met vriendelijke groet, Naam Achternaam

Voorbeeld

• typ correct de adressen en in de juiste volgorde (1 en 3)
• vergeet niet de dagtekening  (2)
• denk aan witregels     

• typ een correcte aanhef en denk aan de komma (5)

• in de eerste alinea beschrijf je waarom je de brief hebt gestuurd (aanleiding) (6)

• in de tweede alinea geef je meer informatie over jouw onderwerp, mag meer dan 1 alinea zijn !   (7) 

• formuleer een nette slotalinea met bijvoorbeeld een verzoek. Slot is één alinea. (8)
  

• onder de slotgroet typ je jou naam en achternaam (9 en 10)

OEFENEN HOOFDLETTERS

De volgende opdrachten gaan over het gebruik van hoofdletters. 

Kies het juiste antwoord voor het woord dat tussen haakjes staat.

Fouten maken mag, maar verbeter deze wel!

Het woord tussen haakjes moet met hoofdletter:
(de) slimme leerling verdiende veel geld door zijn pennen te verhuren.

1. juist
2. onjuist

Het woord tussen haakjes moet met hoofdletter:
Op zaterdag gaan Piet en Jan altijd naar (zwolle) om boodschappen te doen.

1. juist
2. onjuist

Het woord tussen haakjes moet met hoofdletter:
Het is pas (september), maar de pepernoten liggen al in de winkels.

1. juist
2. onjuist

Het woord tussen haakjes moet met hoofdletter:
Bestel jij in de zomer wel eens kleren bij (wehkamp)?

1. juist
2. onjuist

OEFENEN KOMMA'S

Neem de volgende zinnen over en schrijf een komma waar nodig. 

Fouten maken mag, maar verbeter deze wel!

Schrijf een komma waar nodig. Neem de hele zin over:
Als je het Nathan aardig vraagt wil hij je wel helpen met apps installeren op je telefoon.

Schrijf een komma waar nodig. Neem de hele zin over:
Rudolf doet eindexamen voor Nederlands Engels en wiskunde maar niet voor Spaans.

Schrijf een komma waar nodig. Neem de hele zin over:
Veel vluchten liepen vertraging op doordat op Schiphol een vliegtuig met motorproblemen landde.

Schrijf een komma waar nodig. Neem de hele zin over:
Toen mijn telefoon kapotviel was dat echt een ramp!

Neem de volgende zinnen helemaal over. Noteer hoofdletter, punten, komma's, vraagtekens en uitroeptekens waar dat moet.

Fouten maken mag, maar verbeter deze wel!

deze zomer is mislukt want het heeft alleen maar geregend

zullen we met Halloween een verkleedfeest geven of hebben jullie daar geen zin in

wist jij dat bij de zara de spijkerbroeken in de aanbieding zijn

zo'n zestig procent van alle scholieren heeft in juli en augustus een bijbaantje

Je schrijft een klachtenbrief over een keukenplank van hout.
Wat is juist?

1. Het hout is verbrandt.
2. Het hout is verbrand.

Je schrijft een mail met een klacht en legt de situatie uit. "Het gebeur... regelmatig dat mijn wekker afgaat, zonder dat ik die heb ingesteld".
Wat is juist?

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt

Wat is het meewerkend voorwerp?

Zij heeft het ons toch verteld.

1. zij
2. heeft
3. ons
4. toch

Wat is het meewerkend voorwerp?

'Mijn oma appt mij het recept.'

1. Mijn oma
2. mij
3. het recept
4. Er is geen meewerkend voorwerp

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin is?

Zal ik voor jou ook een eitje bakken?

1. een eitje
2. jou
3. voor jou
4. geen mv

Wat is het meewerkend voorwerp?
Alle aanwezigen zongen voor de jarige een vrolijk welkomstlied.

1. voor de jarige
2. de jarige
3. alle aanwezigen
4. een vrolijk welkomstlied

Oefening

Maak nu zelf de zakelijke brief bloedbank Sanquin af  : 

Kijk de brief van een ander na.

Of ga samen met de docent aan de slag met de zakelijke brief.  

Ga naar werkwoordspelling: 

jufmelis.nl      PV  TT/VT     en voltooid deelwoord.