Meer dan Lezen; tekstdoel & tekstsoort

Geef voorbeelden van 'soorten tekst'.
Wat moet jij wel eens lezen?
1 / 30
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Geef voorbeelden van 'soorten tekst'.
Wat moet jij wel eens lezen?

Slide 1 - Carte mentale

Waarom zou je soms iets lezen?
(doel)

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Tekstdoelen:
Amuseren: voor de lol
Instrueren : De lezer krijgt uitleg over hoe iets werkt of wat je moet doen
Informeren: de lezer krijgt informatie
Overtuigen: De je een mening overneemt van de schrijver

Slide 6 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een instruerende tekst?
A
De krant
B
Een advertentie
C
Een recept
D
Een stripboek

Slide 7 - Quiz

Recept
Instrueren
Gebruiksaanwijzing
Instrueren

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Welk doel had de schrijver met het schrijven van een nieuwsartikel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Waarom schrijft iemand zijn mening op? Een recensie?
A
Overtuigen
B
Informeren
C
Amuseren (voor de lol)
D
Instrueren

Slide 12 - Quiz

Kan jij de 3 tekstdoelen al uit elkaar houden?
Informeren, instrueren en overtuigen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Slide 14 - Lien

Oefenen
We oefenen met een opdracht uit het boek. 
Lees tekst 1 op bladzijde 27. 

Slide 15 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Instrueren
B
Mooi weer op het eiland Antikythera
C
Vakantie in Griekenland
D
Wonen op een Grieks eiland

Slide 16 - Quiz

De schrijver wil jou als lezer...... om op een Grieks eiland te gaan wonen.
A
mening
B
overtuigen
C
vinden
D
instrueren

Slide 17 - Quiz

Aan welke woorden uit de tekst herken je een mening?
A
Ik vind het geweldig
B
Het hele jaar door zon!
C
Ik weet al wat ik ga doen
D
500,- per maand

Slide 18 - Quiz

De opdracht
Weektaak (zie Presentis): 
Instrueren: Schrijf een stappenplan (min 10 stappen) over hoe je een broodje pindakaas smeert. 
Overtuigen: Maak een uitnodiging voor de open dag van de Zwaaikom (min 30 woorden).
Informeren: Schrijf een krantenartikel + plaatje over vuurwerk.

Slide 19 - Diapositive

Nederlands 'meer dan lezen'
Vandaag: 
Herhalen Tekstdoel en tekstsoort.
Oriënterend en globaal lezen.
Voorbereiding toets.

Slide 20 - Diapositive

Tekstdoelen:
Amuseren: voor de lol
Instrueren : De lezer krijgt uitleg over hoe iets werkt of wat je moet doen
Informeren: de lezer krijgt informatie
Overtuigen: De je een mening overneemt van de schrijver

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat is dit voor soort tekst?
A
Een routebeschrijving
B
Een reclame
C
Een recept
D
Een uitnodiging

Slide 23 - Quiz

Waarom maakt iemand een uitnodiging? Wat is het doel?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Wat is dit voor soort tekst?
A
Een recept
B
Een instructie
C
Een routebeschrijving
D
Een uitnodiging

Slide 26 - Quiz

Waarom maakt iemand een instructie tekst? Wat is het doel?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Wat is dit voor soort tekst?
A
Nieuwsbegrip
B
Een informatietekst
C
Een nieuwsartikel
D
Een krantenartikel

Slide 29 - Quiz

De opdracht

Envelop met stukjes tekst.
Leg de tekst in de goede volgorde.
Wat is het voor soort tekst?
Wat is het doel van de tekst?
(Schrijf op het whitebord)

De regels

Overleg met je groepje.
Lees allemaal een stukje tekst voor. 

Schrijf alleen aan het einde op het whitebord. 

Slide 30 - Diapositive