C'est moi!

C'est moi!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

C'est moi!

Slide 1 - Diapositive

C'est moi!

  • Verplaatst (na de SE-week): cluster 2 maandag 3 april, cluster 1 dinsdag 4 en donderdag 6 april)
  • Mondeling + page de toi
  • 3%

Slide 2 - Diapositive

Page de toi/magazine de toi
A) Beschrijf ‘toi’ (herhaling onderbouw)
- Je naam
- Je woonplaats
- Je sport/hobbies
- Je familie
- Leeftijd, geboorteplaats, geboortedatum
- Huisdieren
- Vakantiebestemmingen
B) Beschrijf ‘ta physique’ (je uiterlijk):
- Les yeux
- Les cheveux
- La taille
- Autres particularités (andere bijzonderheden)
C) Vertel over ‘tes préférences’ (je voorkeuren)
- Zoek minimaal 10 plaatjes die jouw voorkeuren laten zien. Schrijf bij ieder plaatje een Franse zin. Gebruik hierbij het werkwoord (adorer, préférer, aimer, détester...). Ook gebruik je bij iedere Franse zin een bijvoeglijk naamwoord. Jouw voorkeuren kunnen gaan over je stijl (merken, kleuren, kledingstukken die je graag draagt), je muzieksmaak, favoriete eten/drinken/plekken waar je eet.
- Bij ieder plaatje schrijf je een tekstje. Par exemple: j’adore la marque Nike. C’est une marque sportive et originale. Moi, je suis sportif, donc j’aime porter ça. Bij iedere tekst bij een plaatje zorg je voor :
o Een bijvoeglijk naamwoord (style sportif, jean noir, etcétera) ;
o Een voegwoord : parce que (omdat), et (en), car (want), donc (dus) ;
o Een werkwoord : (je porte (ik draag), je choisis (ik kies), j’aime (ik houd van)

Slide 3 - Diapositive

Doel:
  • Zoveel mogelijk over jezelf vertellen
  • Wie ben je (herhaling onderbouw)?
  • Je voorkeuren

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Vertel de naam en woonplaats (en français)

Slide 6 - Question ouverte

Nom et lieu de résidence

Je m'appelle...
J'habite à...

Slide 7 - Diapositive

Vertel waar je geboren bent...

Slide 8 - Question ouverte

Lieu de naissance 
Naître = geboren zijn 

Je suis né à ...
Je suis née à ...

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Famille 
Ma famille se compose de....
mon - ma - mes
une mère * un père * un frère * une soeur * une belle-mère * un beau-père * un beau-frère * une belle-soeur
Deux, trois, quatre...

Slide 11 - Diapositive

Vertel hoe je familie eruit ziet...

Slide 12 - Question ouverte

Animaux domestiques
J'ai....
Deux, trois, quatre...

Pas d'animaux?
Je n'ai pas d'animaux domestiques. Ou: autrefois j'avais...

Slide 13 - Diapositive

Vertel over de huisdieren...

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Beschrijf je uiterlijk (gebruik steekwoorden voor nu)

Slide 22 - Question ouverte

Les préférences
J'aime/je déteste...
  • la nourriture
  • les boissons
  • les films
  • la musique

Slide 23 - Diapositive

Vertel waar je van houdt.

Slide 24 - Question ouverte

Les hobbies 
Je fais du/de la

  • foot, tennis, danse...

J'aime
  • jouer au piano, chanter...

Slide 25 - Diapositive

Vertel de hobbies zijn

Slide 26 - Question ouverte

Les vacances 
J'aime aller EN/AUX/AU...
  • en France, au Maroc, aux Pays-bas ...

J'ai été EN/AUX/AU...
  • en Espagne, aux États-Unis, au Canada

Slide 27 - Diapositive

Waar ben je op vakantie geweest en waar je graag naar toe gaat.

Slide 28 - Question ouverte