4M week 49 les één

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

What are we going to do today?

- Who is here?

- Reading

- Previous lesson

- Both every all no

- End of lesson

Write me words!

A E T R

K P L O

I M S N

H U D F

What did we do the previous lesson?

-> Bezig in hoofdstuk

Homework 

Recap!

Articles

1. Wat zijn 'articles'?

2. Wat is het verschil tussen de drie articles?

3. Wanneer vul je niets in?

Past tenses

1. Over welke drie tijden hebben we het gehad?

2. Hoe werken deze tijden (vorm en gebruik)

Go to page 75 please

Both, all, every and no

Je gebruikt al deze woorden om uit te leggen hoeveel er van iets is. Je zet ze voor het woord waar het iets over zegt:

All students have to make their homework

Both

Je gebruikt 'both' (beide) wanneer er twee van iets is:

Both my sisters have moved abroad

I helped both hikers to find their way

Every

Je gebruikt 'every' (elk/elke) om te praten over meer dan drie mensen, dieren of dingen. Na 'every' gebruik je altijd een woord in het enkelvoud:

Eva signs up for the tournament every year

All

Je gebruikt 'all' (alle) als je het hebt over een hele groep. Na all gebruik je altijd het meervoud:

All students brought their homework to class.

No

Je gebruik 'no' (geen) wanneer je wil duiden op niets. 

There are no eggs in the fridge

No mountain is easy to climb

Every vs all

Je gebruikt 'every' wanneer je elk individu van een groep wilt benadrukken, je gebruikt 'all' wanneer je echt de hele groep bedoeld.

I like every person here

I like them all

We saw ... movies in the same night

... bees need flowers to live

... bike was stolen from the station yesterday

We work together with ... school in our neighborhood

Work!

Do exercise 30 on p.75

Done?

work on taalportfolio