Luisteren Samenvatten Doorvragen

Gesprekstechnieken
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Gesprekstechnieken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 2 - Diapositive

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de reden dat je vaker open vragen stelt dan gesloten vragen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijkopdracht

a) Turf het aantal open vragen in het fragment.
b) Turf ook het aantal gesloten vragen.
c) Welke verschillen merk je aan de antwoorden ?
Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op?
Hoe verschilt dit van de antwoorden op open vragen?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Open maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u?

Open vraag:
Hoe gaat het met u?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Vind je de nieuwe iPhone mooi?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Bent u blij met uw baan?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Suggestieve vraag => het antwoord zit al in de vraag

U ben nu al drie keer overvallen. U heeft zeker geen vertrouwen meer in de politie? 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Controlevraag => dit is een gesloten vraag die je gebruikt om te controleren of je iemand goed hebt begrepen. 
     *Informatie helder kregen 
     *Iemand krijgt gelegenheid zijn gedachten nog eens goed te  
       formuleren.
- Begrijp ik het goed dat echt iedereen op die vergadering tegen het voorstel was?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Reflectieve vraag => is bedoeld om iemand over zijn eigen situatie of rol te laten nadenken.

- Wat denkt u dat er van u als minister verwacht wordt?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Vervolgvraag (doorvragen) => is een reactie op een ander antwoord. Je krijgt antwoord en reageert daar direct op. Dit noem je ook doorvragen.

- Wat bedoelt u daarmee?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Meerkeuzevraag => waarbij meerdere antwoorden zijn gegeven waaruit iemand een keus kan maken.

- Hoe tevreden bent u over onze diensten?
  1. zeer tevreden
  2. tevreden
  3. ontevreden   

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Impertinente vraag => de interviewer schaamt zich er niet voor om een lastige vraag te stellen. Het is een vraag over een onderwerp dat jou eigenlijk niets aangaat.

- Klopt het dat uw vrouw bij u weg wilt?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Wedervraag => stel je als antwoord op een andere gestelde vraag. Een wedervraag is vaak kritisch.

- En waarom wilt u dat van mij weten?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vragen stelt Humberto Tan?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort vraag:
Lust jij spinazie?
A
directe vraag
B
gesloten vraag
C
reflecterende vraag
D
open vraag

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort vraag:
Wat is jouw lievelingskleur?
A
gesloten vraag
B
open vraag
C
indirecte vraag
D
suggestieve vraag

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort vraag:
Wat vond jij van deze les?
A
open vraag
B
reflecterende vraag
C
gesloten vraag
D
directe vraag

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

LSD
Luisteren
Samenvatten 
Doorvragen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luisteren
Actief luisteren:
Afsluiten voor de omgeving
Lichaamstaal
Laat de ander uitpraten
Bevestiging / samenvatten
Doorvragen

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatten
Je laat merken dat je luistert


Brengt overzicht en structuur

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld 
V1: Wat doe je in je werk?


A1: Ik heb twee hoofdtaken: ik voer functioneringsgesprekken met het personeel en ik adviseer de directie als het gaat om beleid. Daarnaast heb ik contact met externe dienstverleners en ik houd ook de correspondentie met ministeries bij.
V2: Je voert vooral functioneringsgesprekken en je geeft beleidsadviezen. Je onderhoudt ook nog contact met externe dienstverleners en houdt correspondentie met de ministeries bij.


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doorvragen
  • Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen.
  • Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde.
  • Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven.

antwoord heeft gegeven.

Slide 27 - Diapositive

Bijvoorbeeld:

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ging hier fout?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader
  • Je interpretatie van een boodschap wordt bepaald door je referentiekader:
    persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring. Het bepaalt de manier waarop je tegen gebeurtenissen aankijkt. 
  • Jouw referentiekader wijkt af van dat van anderen, dus dat kan ervoor zorgen dat je boodschappen anders opvat dan ze bedoeld zijn.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarden en normen
Waarden: Dit zijn ideeën wat goed gedrag en minder goed gedrag is.
Normen: Regels voor gedrag die vanuit waarden ontstaan

Voorbeeld:
Behulpzaamheid
Als een oudere valt, help je hem of haar overeind

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Normen
Waarden
Geduld hebben
Respect tonen
In de rij wacht je netjes tot je aan de beurt komt
Eerlijkheid
Als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en geef je dat weer terug
Iemand uitlachen is niet leuk

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan
het woord familiediner?

Slide 34 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie
Hoe komt het dat niet iedereen hetzelfde beeld heeft bij dit woord?
-> Jouw beeld bouw jij op door ervaringen in relatie met mensen om je heen. Deze ervaringen vormen je referentiekader.


Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie factoren die ons referentiekader beïnvloeden
1. Onze voorgeschiedenis 
2. Ons zelfbeeld, hoe we naar ons zelf kijken
3. Onze verwachtingen.

- Wat denk je dat je van iemand moet weten om zich goed in hem/ haar te kunnen inleven?
- Op welke manier kan je meer te weten komen over het referentiekader van (bijvoorbeeld de kinderen waarmee je stage loopt)?


Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions