Kerstquiz

Kerstquiz 2018
Kerstquiz
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Kerstquiz 2018
Kerstquiz

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Bij welke geloof hoort kerst?
A
Het jodendom
B
De islam
C
Het boeddhisme
D
Het christendom

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

.... (eten) jullie vorig jaar tijdens kerst ook zalm met broccoli?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij elkaar ?
Spanje
Italië
Duitsland
Finland
Feliz Navidad
Buon Natale
Frohe Weihnachten
Hyvää joulua

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar komt de traditie van de kerstcadeautjes vandaan?
A
Verenigde Staten
B
Zweden
C
Engeland
D
Frankrijk

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent de Spaanse tekst in het volgende kerstliedje?
Geniet van de kerstmaaltijden
Het was een mooi jaar
Vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar
Vrede op aarde

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit groene wezen dat kerst haat?
A
Glitch
B
Gritch
C
Glinch
D
Grinch

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'sober' in:

Mijn vriend heeft elk jaar met kerst een sober versierde kerstboom.
A
Schitterend
B
Fantastisch
C
Met veel
D
Met weinig

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordspelling. Vul de zin aan. Zet na de eerste 2 woorden een komma, anders is je antwoord sowieso fout.
Nu de kerst ... (naderen), zijn de dagen van deze ... (vetmesten) kalkoenen ... (tellen).

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een witte kerst is een begrip in Nederland.
Maar euh... hoe vaak hebben we eigenlijk een witte kerst gehad in Nederland sinds 1900?
A
31 keer
B
8 keer
C
65 keer
D
47 keer

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3
4
Die komen uit vruchten, die aan de cacaoboom groeien.
In de fabriek wordt van de bomen cacaoboter en cacaomassa gemaakt.
Chocolade wordt gemaakt van cacaobonen.
Daaraan wordt suiker en soms melk toegevoegd.

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:30

Slide 12 - Question de remorquage

Sleep het juiste geluidsfragment naar de kerstballen!
Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in een kerstboom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Om fruit na te bootsen
D
Om de Kerstman gunstig te stemmen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zeg je ‘fijne kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer de persoonsvorm. 'Ook hebben wij in de kerstvakantie kerst gevierd.'

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet
deze kerst-
film?
A
The Polar Express
B
Klaus
C
The Grinch
D
Home Alone

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de jongen uit het filmpje?
A
Alex
B
Kevin
C
James
D
Eric

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zag je in het filmpje niet voorbijkomen?
A
Een gladde trap
B
Een vallend strijkijzer
C
Een vogelspin
D
Een jachtgeweer

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Australië vieren ze kerst in de...
A
Zomer
B
Winter
C
Lente
D
Herfst

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?

Ik heb met kerst veel mooie cadeaus gekregen.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 6: Lijm de duo's. Wie vieren samen kerst?

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In december ontvang ik veel .... van winkels met kerstaanbiedingen.
A
flodders
B
folders
C
foldders
D
floders

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Ik ... (houden) vroeger erg van Sinterklaas, maar nu meer van kerst.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord past op de puntjes?
timer
1:00

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer de persoonsvorm(en):
Onze krantenbezorger krijgt een flinke kerstbonus, want hij verslaapt zich nooit.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dag wordt in sommige landen aangeduid met 'boxing day'?
A
De dag vóór Kerstmis
B
Eerste kerstdag
C
Tweede kerstdag
D
Nieuwjaarsdag

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het plaatje van de reclame naar het juiste merk.

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij Joris thuis hebben ze vier kerstslingers: met 12, 40, 60 en 120 lampjes. Bij alle vier de slingers is de helft van de lampjes stuk. Hoeveel lampjes branden er? Vul het antwoord als een getal (bv. 23) in.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de zinnen af.
Jingle bell, jingle bell, jingle bell 
Last Christmas I gave you my
I'm driving home for
Santa Claus is
Rudolph the
Red-Nosed Reindeer
coming to town
Christmas
Rock
Heart

Slide 30 - Question de remorquage

Maak de zin af...
Voor welk feest werd het liedje Jingle Bells oorspronkelijk geschreven?
A
Voor Kerstmis
B
Voor Thanksgiving
C
Voor oud en nieuw
D
Voor Halloween

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord past op de puntjes?
timer
1:00

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Laatste vraag!
Waar staat de hoogste kerstboom ter wereld?

A
New York
B
Amsterdam
C
Londen
D
IJsselstein

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions