3.3+3.4 Het leven in Rome en een nieuw geloof

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

SO hoofdstuk 3

17 januari.

3.1 t/m 3.5: Lessonups + begrippen.

3.3 + 3.4

Het leven in Rome + Een nieuw geloof

Wat gaan we doen vandaag?

Stof van vorige week herhalen: 

Leren wat er gebeurde tijdens gladiatorengevechten.

Leren hoe Romeinen leefden.

Leren waarom mensen christelijk werden.

Leren hoe het christendom een staatsgodsdienst werd.

Helemaal in het begin was het Romeinse Rijk een...

1. Republiek
2. Koninkrijk
3. Keizerrijk

Nadat de laatste koning verjaagd was werd het Romeinse Rijk een...

1. Republiek
2. Koninkrijk
3. Keizerrijk

In de Republiek was de ...... de baas.

1. Volksvergadering
2. Democratie
3. Keizer
4. Senaat

De ..... moesten doen wat de senaat zei.

1. Koningen
2. Consuls
3. Keizers

Julius Caesar werd vermoord omdat...

1. Hij te weinig oorlogen won
2. Hij de goden niet goed vereerde
3. Hij zich als een koning gedroeg

Nadat Julius Caesar was verslagen werd het Romeinse Rijk een...

1. Republiek
2. Koninkrijk
3. Keizerrijk

De grens tussen het Romeinse Rijk en de Germanen heette de ...

1. Rijn
2. Limes
3. Noordgrens

Romeinen veroverden ...

1. Noord Nederland
2. Zuid Nederland

Gladiatoren

• Gladiatoren waren slaven die tegen elkaar vochten, soms tot de dood erop volgde. 
• Ook vochten ze tegen leeuwen en andere wilde dieren. 
• Gladiatoren vochten tegen elkaar in het Colosseum: het amfitheater in Rome.

Leven in Rome

• Romeinen namen de goden over van de Grieken, maar gaven ze nieuwe namen.
• In Rome leefden rijke mensen, arme mensen en slaven.
• Het verschil tussen rijk en arm kon je zien aan de huizen.
• Rijke mensen hadden huizen van soms wel vijf verdiepingen hoog!
• Met behulp van aquaducten werd water naar de stad vervoerd.
• Romeinen deden een belangrijke uitvinding: beton.
• Met beton konden Romeinen makkelijk sterke gebouwen maken zoals tempels.

Aan de slag!

Maak van 3.3  in je werkboek opdracht 6, 7, 8 en 9.

Gebruik daarbij de tekst van 3.3 in je leerboek.

Je hebt 20 minuten de tijd.

Je mag samenwerken.

Klaar?

Lees 3.4 in je leerboek en maak opdracht 8, 9 en 10 in je werkboek.

3.3: 6, 7, 8 en 9 + 3.4: 8, 9 en 10 is samen het huiswerk.

Het christendom

• Christenen waren de volgelingen van Jezus.​
• Christenen zien Jezus als de zoon van God.​
• Mensen werden Christelijk omdat Jezus had gezegd dat voor God iedereen gelijk is, omdat voor ieder goed mens een plaats in de hemel was én omdat christenen goed voor elkaar zorgden.
• In het begin werden christenen in het Romeinse Rijk bedreigd, omdat ze niet in de Romeinse goden geloofden.
• In 312 werd de Romeinse keizer Constantijn de Grote christen.​
• In 394 beval keizer Theodosius I dat iedereen in het Romeinse Rijk christen moest zijn, alle andere godsdiensten werden verboden. 
• --> Christendom werd de staatsgodsdienst.

Welk woord weg?

Schrijf op in je schrift welk woord er niet bij hoort én waarom.

1. Gladiator - rijkdom - Colosseum - slaaf

2. Colosseum - amfitheater - aquaduct - beton

3. Jezus - God - Zeus - christenen

4. Theodosius - 394 - 312 - staatsgodsdienst

Gladiatoren vochten tegen ...

1. Elkaar en wilde dieren
2. Wilde dieren en koningen
3. Koningen en slaven
4. Elkaar en koningen

Het Colosseum was een ...

1. Kerk
2. Amfitheater
3. Tempel
4. Stad

Je kon zien dat een Romein rijk was aan hun ...

1. Geloof
2. Kleding
3. Eten
4. Huis

De Romeinse goden ...

1. Waren hetzelfde als de Griekse goden.
2. Leken op Griekse goden met nieuwe naam.
3. Waren helemaal anders dan de Griekse goden.

Mensen werden christelijk omdat ... (drie redenen)

Welke uitspraak is waar?

1. Christenen werden altijd goed behandeld
2. Christenen werden altijd slecht behandeld
3. Christendom werd een staatsgodsdienst
4. Romeinen bleven alleen in Romeinse goden geloven

Huiswerk!

Maak van 3.3  in je werkboek opdracht 6, 7, 8 en 9.

Gebruik daarbij de tekst van 3.3 in je leerboek.

Lees 3.4 in je leerboek en maak opdracht 8, 9 en 10 in je werkboek.

3.3: 6, 7, 8 en 9 + 3.4: 8, 9 en 10 is samen het huiswerk.