WOII - Les 4 - WOII in Nederland

WOII - Les 4 - WOII in Nederland
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WOII - Les 4 - WOII in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Les 4: WOII in Nederland
-    Aan het einde van de les kun je benoemen welke drie keuzes de Nederlanders hadden na de capitulatie in 1940.
-    Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de NSB is.
-    Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het verzet is en wat zij deden.

Slide 2 - Diapositive

Deze Les
Begrippen:
Capitulatie, collaboratie, verzet, NSB,

Gebeurtenissen:
-    Inval van Nederland (10 mei 1940)
-    Bombardement van Rotterdam (14 mei 1940)
-    Capitulatie (15 mei 1940)

Slide 3 - Diapositive

Welke drie straffen kreeg Duitsland na het verliezen van de Eerste Wereldoorlog?

Slide 4 - Question ouverte

1
2
3
4
5
6
7
Begin 20ste eeuw grote welvaart in de VS
Veel mensen kopen spullen en aandelen met geleend geld
De markt raakt verzadigd (mensen hebben voldoende spullen) en kopen geen spullen meer. 
fabrieken ontslaan mensen of moeten zelfs sluiten
Aandelen worden minder waard. 
Mensen verkopen snel de aandelen
start economische crisis

Slide 5 - Question de remorquage

Welke ideologie had Hitler?
A
Socialisme
B
Nationaalsocialisme
C
Fascisme
D
Nationaalfascisme

Slide 6 - Quiz

Wat wilde Hitler met Lebensraum?
A
Door Lebensraum te veroveren wilde Hitler de Japanners te hulp schieten.
B
Hitler had Lebensraum nodig om vernietigingkampen te kunnen bouwen.
C
Lebensraum waren wijken die gebouwd werden voor Hitlers aanhangers.
D
Volgens Hitler had het Duitse volk Lebensraum nodig om te overleven.

Slide 7 - Quiz

1919
1923
1924
1929
1933
1939
Duitsland kreeg schuld WOI
Hitler naar de gevangenis.
Hitler uit de gevangenis.
Hitler komt aan de macht.
Economische crisis
Begin Tweede Wereldoorlog.

Slide 8 - Question de remorquage

3 Keuzes
- doorgaan met het gewone leven
- Collaboratie (samenwerken met de Duitsers)
- Verzet (in verzet komen tegen de Duitsers)

Slide 9 - Diapositive

Doorgaan met het leven
Capitulatie = een land dat zich overgeeft aan een tegenstander, zoals Nederland op 14 mei 1940.
- De Oorlog is er maar iedereen gaat door met zijn of haar leven alsof er niks is veranderd.
- Tijdens de oorlog werd het wel zwaarder voor de bevolking, strengere regels etc.

Slide 10 - Diapositive

Collaboreren
Collaborerensamenwerken met de tegenstander.
ongeveer 5 tot 10 % van de Nederlanders werkte samen met de Duitsers.
- Zoals leden van de NSB, dat is de Nederlandse politieke partij die leek op de NSDAP (politieke partij van Hitler)
- Andere Nederlanders die gingen meevechten met de Nazi's in de oorlog.

Slide 11 - Diapositive

Verzet
- Verzet = In opstand komen tegen je onderdrukker
- In Nederland zaten 45.000 mensen in het verzet.
Wat kon je doen als verzetstrijder?
- De Nazi's dwarsbomen: spoorrails slopen, spijkers op wegen, wapen munities overvallen, voedselbonnen stelen.
- verzetspropaganda maken, illegale radio maken, geheime kranten maken.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Wanneer was het bombardement op Rotterdam?
A
10 mei 1940
B
14 mei 1940
C
14 april 1941
D
10 mei 1941

Slide 16 - Quiz

Hoe lang duurde het bombardement in Rotterdam
A
2 dagen
B
37 minuten
C
3 uur
D
13 minuten

Slide 17 - Quiz

Tijdens de Duitse bezetting hadden de Nederlanders drie keuzes in het omgaan met de Duitsers. Welke drie keuzes waren dat?

Slide 18 - Question ouverte

Leg uit wat collaboratie is.

Slide 19 - Question ouverte

Noem 2 manieren waarop de Nederlanders actief verzet pleegden

Slide 20 - Question ouverte

Wat hoort bij het verzet en wat
hoort bij collaboratie?

Neem de letters over en schrijf het juiste
woord erachter.

Bijvoorbeeld: a = Collaboratie

Slide 21 - Question ouverte

Waar praten de mensen over?
verzet
vervolging
luchtalarm
persoons-bewijs

Slide 22 - Question de remorquage

Verzet
Collaboratie
Illegale kranten verspreiden.
Joden naar een schuilplaats brengen.
Lid worden van de NSB.
Onderduikers verraden.
Persoonsbewijzen vervalsen

Slide 23 - Question de remorquage

Actief Verzet
Passief Verzet
Illegale kranten drukken
Joden een schuiladres aanbieden
Aanslagen plegen
Valse persoonsbewijzen leveren
Strikje dragen met rood wit blauw
Duitsers negeren en niet luisteren

Slide 24 - Question de remorquage

Welke twee zinnen over de NSB zijn waar?
A
De NSB bestaat nog steeds
B
De NSB was het eens met de ideeën van Hitler
C
De NSB is een politieke partij
D
De NSB was onderdeel van het verzet

Slide 25 - Quiz

Wie was de leider van de NSB?
A
Anton Mussert
B
Adolf Hitler
C
Hannie Schaft
D
Benitto Mussolini

Slide 26 - Quiz

Verzet of collaboratie?
Een persoon wordt lid van de NSB
A
Verzet
B
Collaboratie
C
Geen van beide

Slide 27 - Quiz

Wat is je keuze
Doorgaan met het leven
Verzet
Collaboreren

Slide 28 - Sondage

welke keuze had jij gemaakt tijdens de oorlog en leg uit waarom?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Lien