H2.3+H2.4 MC-vragen

H2.3.2: Een arrestatieteam wil een vuurwapen gevaarlijke verdachte in zijn woning aanhouden. Om toegang tot de woning te verkrijgen, verbreken ze de voordeur. Het optreden is rechtmatig. Is hier sprake van vernieling?

A
Nee, het handelen is niet wederrechtelijk.
B
Ja, wederrechtelijk is GEEN bestanddeel van vernieling.
C
Ja, degene die de deur heeft verbroken kan wel een beroep doen op een strafuitsluitingsgrond.
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
WKPV-1MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H2.3.2: Een arrestatieteam wil een vuurwapen gevaarlijke verdachte in zijn woning aanhouden. Om toegang tot de woning te verkrijgen, verbreken ze de voordeur. Het optreden is rechtmatig. Is hier sprake van vernieling?

A
Nee, het handelen is niet wederrechtelijk.
B
Ja, wederrechtelijk is GEEN bestanddeel van vernieling.
C
Ja, degene die de deur heeft verbroken kan wel een beroep doen op een strafuitsluitingsgrond.

Slide 1 - Quiz

H2.3.3: Koos heeft al enige tijd ruzie met zijn buurman. Deze buurman heeft een tuinkabouter in zijn tuin staan. Op een vroege ochtend haalt Koos deze tuinkabouter uit de tuin van zijn buurman. Hij zet de tuinkabouter vervolgens op de trein. Wat is nu juist in deze situatie?

A
Hier is sprake van diefstal.
B
In bepaalde gevallen kan hier sprake zijn van vernieling.
C
Hier is GEEN sprake van vernieling of diefstal.

Slide 2 - Quiz

H2.3.5: Hansje loopt door de supermarkt. Voor de grap spuit zij een spuitbus met de aldaar verkochte deodorant gedeeltelijk leeg. Is hier sprake van een strafbaar feit?

A
Ja, vernieling.
B
Nee, er is hier geen sprake van iets kapot maken of beschadigen. Er kan hier uiteraard wel sprake zijn van een overtreding van de huisregels.
C
Ja, diefstal.

Slide 3 - Quiz

H2.3.6: Peter en Raoul gooien met stenen richting de voordeur van een school. Op een gegeven moment raakt een van de stenen deze voordeur waardoor deze beschadigt raakt. Van welk strafbaar feit is hier sprake?

A
Baldadigheid.
B
Vernieling.
C
Vernieling onder verzwarende omstandigheden.

Slide 4 - Quiz

H2.3.7: Van welke vernieling is ook een schuldvariant?

A
Vernieling van een container op een schip.
B
Vernieling van een dier.
C
Vernieling van een 5G zendmast.

Slide 5 - Quiz

H2.3.10: Johan werkt als schipper op een schip. Hij krijgt ruzie met de kapitein en uit woede vernielt hij de op dat schip vervoerde auto's. Van welk soort vernieling is hier sprake?

A
Een gewone vernieling.
B
Een vernieling van een nutsvoorziening.
C
Een vernieling van een gebouw etc. Dit is een strafverzwarende vernieling.

Slide 6 - Quiz

H2.3.11: Johan gooit met sneeuwballen naar zijn vrienden aan de overkant van de weg staan. Hierdoor worden fietsers bijna geraakt. Van welk strafbaar feit kan hier sprake zijn?

A
Straatschenderij, indien de opzet gericht is op het baldadige gedrag.
B
Poging tot vernieling.
C
Straatschenderij, maar dan alleen als er een fietser geraakt wordt.

Slide 7 - Quiz

H2.4.2: Op welke plaatsen is het bedreigen van iemand veiligheid in dronkenschap strafbaar volgens het strafbare feit in staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.)?

A
Alleen op de openbare weg.
B
Alleen in het openbaar
C
Overal.

Slide 8 - Quiz

H2.4.3: Op welke plaatsen is het verstoren van de orde strafbaar volgens het strafbare feit in staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.)?

A
Alleen op de openbare weg.
B
Alleen in het openbaar.
C
Overal.

Slide 9 - Quiz

H2.4.4: Op welke plaatsen is het verrichten van handelingen die grote omzichtigheid en/of voorzorgen vereisen in staat van dronkenschap strafbaar volgens het strafbare feit in staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.)?

A
Alleen op de openbare weg.
B
Alleen in het openbaar.
C
Overal.

Slide 10 - Quiz

H2.4.5: Op welke plaatsen is het strafbare feit openbare dronkenschap (453 Sr.) van toepassing?

A
Alleen op de openbare weg.
B
Alleen in het openbaar.
C
Overal.

Slide 11 - Quiz

H2.4.7: Hans zit in een café. Hij is zo dronken dat hij van zijn kruk afvalt. Welk strafbaar feit pleegt hij?

A
Openbare dronkenschap (453 Sr.).
B
In staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.).
C
Geen van de hier genoemde strafbare feiten.

Slide 12 - Quiz

H2.4.9: Hanz staat duidelijk dronken in de trein. Hij beledigt daarbij voorbijgangers en schreeuwt hen na. Er ontstaat een grimmige sfeer. Welk strafbaar feit pleegt hij?

A
Openbare dronkenschap (453 Sr.).
B
In staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.).
C
Geen van de hier genoemde strafbare feiten.

Slide 13 - Quiz

H2.4.10: Clement is duidelijk dronken. Tijdens een feestje bij Hans thuis trekt hij een lamp van de muur en gooit deze door de woonkamer. Welk strafbaar feit pleegt hij?

A
Openbare dronkenschap (453 Sr.).
B
In staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.).
C
Geen van de hier genoemde strafbare feiten.

Slide 14 - Quiz

H2.4.11: Hamed is bezig met het onderhoud van een reactor in een kerncentrale. Hij is duidelijk dronken. Welk strafbaar feit pleegt hij?

A
Openbare dronkenschap (453 Sr.).
B
In staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.).
C
Geen van de hier genoemde strafbare feiten.

Slide 15 - Quiz

H2.4.12: Hans loopt duidelijk dronken in een supermarkt. Een politieagent wordt ter plaatse gestuurd. Wat kan deze nu doen?

A
De politieagent moet met apparatuur vaststellen dat Hans inderdaad dronken is en hij kan hem dan eventueel een bekeuring aanzeggen.
B
De politieagent moet de dronkenschap door zintuigelijke waarnemingen vaststellen en kan Hans dan eventueel een bekeuring aanzeggen.
C
De politieagent kan op Hans op basis van het hier beschreven gedrag GEEN bekeuring aanzeggen.

Slide 16 - Quiz

H2.4.16: Rodney is duidelijk dronken. Hij gaat midden op een rotonde staan en gaat het verkeer staan te regelen. Hierdoor ontstaat een opstopping op de weg. Welk strafbaar feit pleegt Rodney hiermee?

A
Alleen openbare dronkenschap (453Sr.).
B
Alleen in staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.).
C
Openbare dronkenschap (453Sr.) en in staat van dronkenschap het verkeer belemmeren, orde verstoren etc. (426 Sr.).

Slide 17 - Quiz