Stoffen B3 2.5 Veiligheid les 5

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Startklaar: 

Maak van 2.4 opdrachten 3, 5 en 7

Benodigheden

- Schrift

- Pen, potlood

- Laptop

- JDW-map

LessonUp: 

JA!

Telefoons 

We gaan starten!

                                                                                               Wachttijd:

H2: Stoffen

§ 2.1 Stoffen herkennen

§ 2.2 Dichtheid

§ 2.3 Moleculen en atomen

§ 2.4 Chemische reacties

§ 2.5 Veiligheid

Lesprogramma

1. Huiswerk controle
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Instructie (uitleg)
5. Afsluiting 
6. Huiswerk
7. Nabespreking

Huiswerkcontrole

Maak van paragraaf 2.4 Chemische reacties

opdracht 2, 4, 6, 8, 10 en 12

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Terugblik

1. Je kunt processen in het dagelijks leven herkennen als chemische reactie.
   
2. Je kunt chemische reacties onderscheiden van natuurkundige processen.
   
3. Je kunt een chemische reactie beschrijven als een verandering van moleculen.
   
4. Je kunt bij een chemische reactie de beginstoffen en reactieproducten onderscheiden.
   
5. Je kunt de kenmerken van een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie benoemen.

Je gaat ijs verwarmen. In welke volgorde komen de faseovergangen dan voor?

1. eerst smelten, dan condenseren
2. eerst smelten, dan stollen
3. eerst smelten, dan verdampen
4. eerst verdampen, dan condenseren

Hoe ziet de opbouw van een stof eruit?

stof

atoom

molecuul

Zet op volgorde van groot naar klein

molecuul

stof

atoom

1. Natuurkundig proces
2. Chemische reactie

Chemische Reactie

Geen chemische reactie

Wat is een zuivere stof?

Leerdoelen: 2.5 Veiligheid

1. Je kunt gevarensymbolen herkennen.
   
2. Je kunt benoemen welke voorzorgsmaatregelen je kunt nemen bij het gebruik van gevaarlijke stoffen.
   
3. Je kunt beschrijven hoe je kunt opzoeken wat je moet doen in geval van ongelukken met gevaarlijke stoffen.

Gevaarlijke stoffen

Sommige stoffen zijn licht 

ontvlambaar of explosief.

Andere stoffen zijn giftig. 

Je kunt alleen veilig omgaan met 

stoffen als je de gevaren kent. 

Voordat je met gevaarlijke stoffen

gaat werken moet je daarom 

voorzorgsmaatregelen nemen.

Informatie op etiketten

Op het etiket staan:

H- en P-zinnen

Een H-zin (hazard)geeft dus aan

voor welk gevaar je moet oppassen.

Een P-zin (pre-caution)geeft aan 

welke voorzorgsmaatregelen je 

moet nemen als je met die stof gaat

werken.

Informatie op etiketten

Op een etiket past niet veel informatie

Daarom wordt er voor elke gevaarlijke 

stof ook een veiligheidskaart gemaakt

Op zo’n kaart kun je lezen wat de 

gevaren zijn en welke veiligheids-

maatregelen je moet nemen. 

Ook staat er op wat je bij een ongeluk 

moet doen.

Veilig werken

Werk je met een gevaarlijke stof?                Gebodsborden zijn blauw van kleur.

• Draag plastic handschoenen
• Draag een veiligheidsbril
• Draag een labjas

Gifwijzer

Zelfstandig werken

Nova code: 078075

Aan de slag!

Maak van paragraaf 2.5 Veiligheid

opdracht 1 t/m 8

Je mag samenwerken!

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Waar wil je nog extra uitleg over?

Afsluiting: we weten.....

1. Je kunt gevarensymbolen herkennen.
   
2. Je kunt benoemen welke voorzorgsmaatregelen je kunt nemen bij het gebruik van gevaarlijke stoffen.
   
3. Je kunt beschrijven hoe je kunt opzoeken wat je moet doen in geval van ongelukken met gevaarlijke stoffen.

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt gevarensymbolen herkennen.
Je kunt benoemen welke voorzorgsmaatregelen je kunt nemen bij het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Je kunt beschrijven hoe je kunt opzoeken wat je moet doen in geval van ongelukken met gevaarlijke stoffen.

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje....

Afsluiting

Volgende les:

Huiswerk:

• Zet in je planner

Maak van paragraaf 2.5 Veiligheid

opdracht 1 t/m 8

Dank voor jullie aandacht!

Welkom Basis-3

Je hebt straks je laptop nodig                                     START IN:

Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.

Je gaat ijs verwarmen. In welke volgorde komen de faseovergangen dan voor?

1. eerst smelten, dan condenseren
2. eerst smelten, dan stollen
3. eerst smelten, dan verdampen
4. eerst verdampen, dan condenseren

Herhaling vorig hoofdstuk...

Hoe ziet de opbouw van een stof eruit?

stof

atoom

molecuul

Zet op volgorde van groot naar klein

molecuul

stof

atoom

Chemische Reactie

Geen chemische reactie

1. Natuurkundig proces
2. Chemische reactie