Chapter 4: B themewords

Chapter 4: E writing and grammar 
Get your books and devices.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EnglishMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Chapter 4: E writing and grammar 
Get your books and devices.

Slide 1 - Diapositive

Index
- Homework check
- Learning goals
- Articles
- Imperative 
- Grammar 
- Homework

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Aan het einde van de les:
- kun je articles gebruiken
- kun je uitleggen wanneer je welke article gebruikt.

- imperatives gebruiken

Slide 3 - Diapositive

    1. Apple
    2. Book
    3. Orange
    4. Tree
    5. Umbrella
    6. Mountain
    7. Elephant
    8. Lamp
    9. Iceberg
    10. Garden
    1. Garden
    2. Owl
    3. River
    4. Eagle
    5. Door
    6. Antelope
    7. Fountain
    8. Octopus
    9. Castle
    10. Underground

    Slide 4 - Diapositive

    Give me the rule for using articles:
    A, an and the!

    Slide 5 - Question ouverte

    Article
    "The" gebruik je voor specifieke dingen zoals personen, dieren en dingen:
    Look at all of those phones! The phone I like is over there.

    "A" gebruik je voor woorden die starten met een medeklinker:
    A man, a person, a banana, a tiny blue Indian elephant.

    "An" gebruik je voor woorden die starten met een klinker.

    We kijken niet, maar luisteren!

    Slide 6 - Diapositive

    Articles uitzonderingen
    Je gebruikt geen "the" als je het over mensen, dieren of dingen in het algemeen hebt.
    The books are on the table. (specific books) 
    I like reading books. (books in general)

    Als je ergens heen gaat, om gebruik je maken van de dienst, gebruik je geen "the"

    I'm going to hospital or she's going to school.

    Slide 7 - Diapositive

    Turn the following sentence into an imperative:
    "I want you to be careful."

    Slide 8 - Question ouverte

    The imperative 1
    The imperative (gebiedende wijs) is used for the following reasons:
    1. de weg te wijzen
    2. taken te geven
    3. advies geven
    4. waarschuwen

    Clean your room!

    Slide 9 - Diapositive

    The imperative 2
    Bij het maken van de gebiedende wijs, zet je het werkwoord vooraan de zin:
    1. eat your vegetables
    2. turn right at the roundabout
    3. be careful!
    4. watch your step

    Slide 10 - Diapositive

    Change the following to the imperative:
    "Dearest children, would you please be silent?"

    Slide 11 - Question ouverte

    Slide 12 - Lien

    Open your books
    Page 14 B themewords (checking)
    Page 18 C reading (homework)

    Slide 13 - Diapositive