2 vmbo voc unité 2 schrijven unité 1

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

le programme

- le mot du jour

- vocabulaire appr. 1+2 (quiz)

- les devoirs: ex. 1 t/m 6

- écrire une lettre

- phrases appr. 7

- quizlet/étudier

Le Mot du Jour

la tirelire

Le Mot du Jour

de spaarpot

J'ai plus de 100 euros dans ma tirelire. 

- Moi pas, je suis fauché. 

contrôle des devoirs

unité 2 - ex. 1 t/m 6

lire: appr. 2 page 69

aanmelden in LessonUp

ga naar student.lessonup.io

log in met je e-mailadres en eerder gekozen wachtwoord

klik links op klassen -> kies jouw klas

nog geen klas te zien?

klascode 2tb:  qcsso                    klascode 2tc:  qxlnc

Lukt het niet?

 voer straks de cijfercode in

vocabulaire

QUIZ

appr. 1+2

Choisis la bonne traduction et

fais de ton mieux!

l'argent de poche

1. de stofzuiger
2. het tafelkleed
3. het zakgeld
4. het bijbaantje

le distributeur de billets

1. de bankpas
2. de geldautomaat
3. het betaalapparaat
4. het computerspel

payer

1. betalen
2. reizen
3. sparen
4. verliezen

Welk woord past niet in het rijtje?

1. tondre la pelouse
2. jouer le jeu vidéo
3. garder les enfants
4. promener le chien

Welk woord past niet in het rijtje?

1. payer
2. dépenser
3. gagner
4. rendre

Ik spaar.

1. Je fais des économies.
2. Je suis généreux.
3. J'ai un petit boulot.
4. Je lave la voiture.

Welk woord heeft niet met
geld te maken?

1. la tirelire
2. l'argent de poche
3. la dépense
4. le sondage

begroeten
afsluiten

aux Etats-Unis

à Rosmalen

au Danemark

en Espagne

au Portugal

en Europe

Sleep het blauwe zinsdeel naar het juiste rode zinsdeel.

Tu as été où

Tu as passé de

Vous avez pris

Vous avez dormi

bonnes vacances?

l'avion?

... en vacances?

... à l'hôtel?

Hoe vraag je aan iemand:
"Hoe gaat het"?

Hoe vraag je:
"en jij?"

Hoe vertaal je:
in Portugal

Hoe vertaal je:
in Denemarken

Hoe schrijf je:
"ik heb gehad"

Quizlet

registreer jezelf of log in op 

quizlet.com

oefen in: FA 2 vmbo 

appr. 3,6,7

les devoirs

voorbereiden schrijftoets

appr. 3, 6 en 7 unité 1 + WB NE-FA mee

groepjes van 3 of 4 maken 

voor Kahoot-opdracht