Topic 4 Wired, voorbereiding PW week.

Topic 4 JFK
Who, what and when!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Topic 4 JFK
Who, what and when!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

JFK stands for:
A
Jeremy Frederic King
B
John Fitzgerald Kennedy
C
Jim Frank Klipper
D
James Francis Keeper

Slide 3 - Quiz

What is the meaning of the word:
"signature"
A
boodschap
B
raamkozijn
C
handtekening
D
kandelaar

Slide 4 - Quiz

What is the meaning of the word:
"occupation"
A
kasteeltuin
B
bezet
C
proberen
D
beroep

Slide 5 - Quiz

What is the meaning of the word:
"building"
A
gebouw
B
bouwen
C
spijker
D
theekop

Slide 6 - Quiz

What is the meaning of the word:
"rifle"
A
taart
B
drum solo
C
geweer
D
appel

Slide 7 - Quiz

What is the meaning of the word:
"description"
A
wegwijzer
B
beschrijving
C
songtekst
D
titel

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

What is Lee's nationality?
A
Russian
B
Polish
C
American
D
Dutch

Slide 10 - Quiz

What is the meaning of the word:
"evidence"
A
bewijsmateriaal
B
schutting
C
schuldige
D
testen

Slide 11 - Quiz

What is the meaning of the word:
"someone"
A
rekensom
B
broer
C
bloemen
D
iemand

Slide 12 - Quiz

What is the meaning of the word:
"return"
A
turn oefening
B
terugkomen
C
helpen
D
stoeprand

Slide 13 - Quiz

What is the meaning of the word:
"height"
A
lengte
B
heet
C
hoogte
D
temperatuur

Slide 14 - Quiz

What is the meaning of the word:
"often"
A
katoen
B
vaak
C
zacht
D
ogen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Jack Ruby was:
A
A friend of the maffia.
B
A good friend of Lee Harvey Oswald.
C
A police officer.
D
A nightclub owner.

Slide 17 - Quiz

What is the meaning of the word:
"prison"
A
grasveld
B
kandelaar
C
tafelkleed
D
gevangenis

Slide 18 - Quiz

What is the meaning of the word:
"sneak in"
A
slangen huis
B
naar binnen sluipen
C
snoepkraam
D
kijken naar

Slide 19 - Quiz

What is the meaning of the word:
"scream"
A
slagroom
B
schreeuwen
C
gillen
D
stoplicht

Slide 20 - Quiz

What is the meaning of the word:
"wife"
A
vrouw
B
weven
C
mes
D
echtgenote

Slide 21 - Quiz

What is the meaning of the word:
"diary"
A
melkproduct
B
durven
C
dagboek
D
diaree

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Nu ga je aan de slag met writing!

Slide 24 - Diapositive

Ga de persoon achter je interviewen(thuiszitters gebruiken een eigen antwoord) in het Engels en stel ze de volgende vragen: 
  1. Name?
  2. Date of birth?
  3. Place of birth?
  4. Height?
  5. Colour hair?
  6. Colour eyes?

Slide 25 - Diapositive

JFK?

Slide 26 - Carte mentale

Succes met leren voor de PW week.
Maak voor jezelf "Flash-cards" van de woorden die je nog niet weet.

Slide 27 - Diapositive