Aardrijkskunde

Aardrijkskunde
7.3
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Aardrijkskunde
7.3

Slide 1 - Diapositive

Open en gesloten grens
Open en zachte grens is een grens wat je niet kan zien. Er zijn ook gesloten en harde grenzen deze kan je zien en moet je met moeite oversteken



Slide 2 - Diapositive

Is dit een open of gesloten grens

A
Open
B
Gesloten

Slide 3 - Quiz

Hoe een cultuur herkennen?
Taal, godsdienst, kleding, omgangsvormen en dagelijks leven

Slide 4 - Diapositive

Wat is iets van het cultuur van nederland
A
Sinterklaas
B
Kickboks
C
Gokken
D
Stamppot

Slide 5 - Quiz

Nederland
Nederland stond vroeger bekend om zijn tulpen, windmolens en coffeeshops, maar dat zie je niet meer zo vaak

Slide 6 - Diapositive

Nationaal en regionaal

Slide 7 - Diapositive

Nationaal

Regionaal
Internationaal

Slide 8 - Question de remorquage

Welke Nederlandse provincies zijn er?

Slide 9 - Question ouverte

regionale identiteit


Een combinatie van kenmerken die erg opvallen in een bepaalde regio

Slide 10 - Diapositive

lokale identiteit
De verbondenheid die je voelt met je eigen woonplaats en kenmerken die daar bij horen

Slide 11 - Diapositive

Wat voor soort grens tussen Zuid-Holland en Noord-Brabant
A
Open
B
Hard
C
Gesloten
D
Zacht

Slide 12 - Quiz

Wat is iets typisch nederlands

Slide 13 - Question ouverte

Lokale schaal
Dorp, stadswijk en stad

Slide 14 - Diapositive

Regionale schaal
Streek, provincie en landsdeel

Slide 15 - Diapositive

Nationale schaal
Land

Slide 16 - Diapositive

Mondiale schaal
De hele wereld

Slide 17 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een harde grens?
A
De grens tussen Frankrijk en Spanje.
B
De grens tussen Nederland en België.
C
De grens tussen Noord- en Zuid-Korea.
D
De grens tussen Duitsland en Oostenrijk.

Slide 18 - Quiz

Wat is het laagste schaalniveau?
A
regionaal
B
internationaal
C
nationaal
D
lokaal

Slide 19 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een lokaal schaalniveau?
A
Een land
B
De hele wereld
C
Een continent
D
Een dorp of stad

Slide 20 - Quiz